Wenst u studenten tewerk te stellen, hou er dan rekening mee dat de regeltjes en formaliteiten net iets strenger zijn dan bij het tewerkstellen van een gewone arbeider of bediende. In dit artikel bespreken we de arbeidsovereenkomst voor studenten.
Een studentenovereenkomst moet steeds schriftelijk worden opgesteld, in twee exemplaren, één voor de werkgever en één voor de student. De overeenkomst moet uiterlijk op het ogenblik van indiensttreding worden ondertekend. Zonder schriftelijke arbeidsovereenkomst is er geen sprake van een studentenovereenkomst. Dat wil zeggen dat indien u bij een controle geen door beide partijen ondertekende overeenkomst kan voorleggen, er een reëel risico bestaat dat u uw student retroactief als arbeider of bediende zal moeten laten herberekenen.
Een studentenovereenkomst wordt steeds voor bepaalde duur opgesteld. Hou er rekening mee dat bij opeenvolgende contracten dezelfde beperkingen gelden als voor gewone contracten van bepaalde duur, nl.:
-
een minimumduur van 3 maanden per contract
-
maximaal vier opeenvolgende contracten
-
voor een maximale duur van twee jaar
Die laatste voorwaarde is voor studentencontracten minder relevant aangezien een student nooit langer dan één jaar onder contract mag liggen bij dezelfde wergever. Zodra een student langer dan één jaar bij u werkt, wordt zijn overeenkomst als een gewone arbeidsovereenkomst beschouwd, zonder de sociale en fiscale voordelen eigen aan een studentenovereenkomst.
Voor studenten die langere tijd bij u werken zorgt u dus best voor “logische” onderbrekingen tussen de contracten, zoals examenperiodes, vakantie, periodes waarin u de student niet nodig hebt.
Een studentenovereenkomst moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten:
-
Identiteit, geboortedatum, woonplaats en eventueel verblijfplaats van de twee partijen;
-
Datum van het begin en het einde van de uitvoering van de overeenkomst;
-
Plaats van uitvoering van de overeenkomst;
-
Beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie;
-
Arbeidsduur per dag en per week;
-
Toepasselijkheid van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;
-
Overeengekomen loon en, in geval dit niet vooraf kan worden vastgesteld, wijze en basis van berekening van het loon;
-
Tijdstip waarop het loon wordt uitbetaald;
-
Plaats van huisvesting wanneer de werkgever zich ertoe verbonden heeft de student te huisvesten;
-
Bevoegd paritair comité;
-
Aanvang en einde van de gewone arbeidsdag, tijdstip en duur van de rusttijden, dagen van regelmatige onderbreking van de arbeid (dit is het werkrooster);
-
Plaats waar en manier waarop de persoon te bereiken is die is aangewezen om de eerste hulp te verlenen;
-
Plaats waar de verbandkist zich bevindt;
-
In voorkomend geval, de namen en contactmogelijkheden van de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad;
-
In voorkomend geval, de namen en contactmogelijkheden van de werknemersvertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming op het werk;
-
In voorkomend geval, de namen en contactmogelijkheden van de leden van de vakbondsafvaardiging;
-
Adres en telefoonnummer van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk;
-
Adres en telefoonnummer van het Toezicht op de Sociale Wetten van het district waarin de student wordt tewerkgesteld.
Wanneer de acht laatste vermeldingen voorkomen in het arbeidsreglement, hoeven die niet in de arbeidsovereenkomst te worden opgenomen, op voorwaarde dat daarover wordt verwezen naar het arbeidsreglement.