Op 1 januari worden de lonen in pc 302 geïndexeerd. De exacte stijging is nog niet gekend, maar zal 10% of meer bedragen. Toch dekt deze verhoging het verlies aan koopkracht lang niet helemaal. ACV berekende dat het koopkrachtverlies veel groter is bij een eenmalige jaarlijkse indexatie dan voor werknemers en ambtenaren die dit jaar reeds meerdere kleine indexaanpassingen kregen.
In België worden de meeste brutolonen en uitkeringen automatisch aangepast aan de levensduurte. Slechts 1,7 procent van de Belgische werknemers werkt in een sector zonder automatische indexering. De hoogte van die indexering wordt bepaald door de prijsstijging van een korf van goederen en diensten.
Die automatische indexering ligt al lang onder vuur, zeker nu voor enkele grote paritaire comités waaronder pc 200 met bijna een half miljoen bedienden, maar ook pc 302 van de horeca, op 1 januari een loonstijging van 10% of meer wordt verwacht. Voorstellen als een indexsprong of een indexering van de nettolonen waren de voorbije weken niet uit de lucht, maar het principe van de automatische index blijft voorlopig onaantastbaar.
Toch lijken zelfs de vakbonden het indexatiemechanisme in vraag te stellen. Zo berekende het ACV pas dat de werknemers van wie de lonen op 1 januari 2023 geïndexeerd worden, de grootste verliezers zijn.
De wijze en het moment waarop een loonindexering plaatsvindt, verschilt van sector tot sector. We onderscheiden daarbij twee grote systemen: een vast percentage op een variabel moment (telkens wanneer een drempel wordt overschreden, wat dit jaar al meerdere keren het geval was) of een variabel percentage op een vast moment. Het minimumloon voor flexi’s valt in die eerste categorie en werd dit jaar al vier keer aangepast. De lonen van de andere werknemers in de horeca, maar dus ook van die uit het pc 200, vallen in de laatste categorie.
Mensen waarvan het loon met 1 of 2% wordt geïndexeerd telkens de spilindex wordt overschreden, verliezen volgens het ACV dit jaar gemiddeld 2.005 euro aan koopkracht. Dit is bijvoorbeeld het geval voor ambtenaren. Voor mensen die één keer per jaar in juli geïndexeerd worden, loopt het verlies al op tot 2.840 euro. Maar wie tot januari moet wachten op zijn jaarlijkse indexatie is het slechtst af met een verlies van 3.401,59 euro. Voor deze berekeningen gebruikte men een referteloon van 3.300 euro bruto.
Arbeidseconoom Stijn Baert van de UGent pleit daarom in Gazet van Antwerpen voor een uniformisering van de indexeringssystemen. Zijn collega Ivan Van de Cloot van UAntwerpen is hier geen voorstander van. “Het systeem werkt in 95 procent van de tijd wel, dan zijn de verschillen tussen die verschillende systemen minder schrijnend. Deze inflatie is gewoon een uitzonderlijke situatie,” zegt hij in diezelfde krant. De gevolgen van een gelijktrekking zouden volgens hem te zwaar doorwegen op de kost van arbeid.
Lees ook:
De inflatie en uw loonkost