2 september '22
Kan ik mijn kelner of kok als zelfstandige inschrijven?
in Juridisch door Karl Böhrer
|
Geregeld krijgen wij de vraag van klanten of zij hun kelner of kok als zelfstandige kunnen inschrijven. Het lijkt op het eerste zicht een interessante oplossing om de personeelskosten te drukken en de arbeidsflexibiliteit te vergroten. Maar extreme voorzichtigheid is geboden.
Of een zelfstandige echt goedkoper is dan een arbeider of een bediende valt nog te bezien. Op de bezoldiging van de zelfstandige betaalt u natuurlijk geen sociale zekerheidsbijdragen, toch een aanzienlijk deel van uw personeelskosten. U betaalt ook geen eindejaarspremie of vakantiegeld en evenmin kledij- of vervoerskosten. Zelfstandigen kunnen ook niet terugvallen op gewaarborgd loon in periodes van ziekte en hun pensioenopbouw is helemaal anders die van werknemers. Rekent de zelfstandige al die zaken aan u door, dan blijft van het financiële voordeel vaak niet veel meer over. Het grote voordeel zit hem vooral in het feit dat u bij zelfstandigen niet gebonden bent aan de arbeidswetgeving. Dus geen beperkingen in uren, geen afwijkingsroosters, geen ziekte, feestdagen, enz…
Gevaar voor schijnzelfstandigheid
Waarom dan niet meteen voor zelfstandigen kiezen? De Arbeidsrelatiewet bepaalt dat partijen zelf vrij kunnen kiezen op welke basis zij samenwerken, in een arbeidsrelatie of als zelfstandigen. Het is dus alvast belangrijk dat u hierover een duidelijke overeenkomst opstelt. Maar het is niet omdat u op papier bent overeengekomen dat iemand als zelfstandige voor u werkt, dat het ook werkelijk om een zelfstandige samenwerking gaat. De dagelijkse realiteit moet uiteraard overeenstemmen met de bepalingen in het contract. En daar wringt meestal het schoentje. Wanneer u het zelfstandigenstatuut misbruikt, spreken we van "schijnzelfstandigheid".
Negen specifieke criteria
Schijnzelfstandigen zijn werknemers die het statuut van zelfstandige hebben, maar in werkelijkheid een beroepsactiviteit uitoefenen onder het gezag van een werkgever. Een echte zelfstandige heeft o.a. de vrijheid om zelf zijn werk te organiseren, zelf zijn werktijd te bepalen en valt niet onder het werkgeversgezag.
In de Wet over de Schijnzelfstandigheid werden in 2012 negen criteria vastgelegd om te bepalen of iemand werknemer dan wel zelfstandige is. Wie aan minstens de helft van die criteria beantwoordt, wordt verondersteld werknemer te zijn. Ook al beschikt die persoon over een ondernemingsnummer, schrijft hij facturen uit en is hij ingeschreven bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Wie slechts aan 1 tot 4 keer van onderstaande criteria voldoet, hoeft niet veel te vrezen.
• Geen financieel of economisch risico lopen (bijv. investeringen)
• Geen financiële beslissingsmacht bezitten t.o.v. de middelen van de onderneming
• Niet het eventueel aankoopbeleid van de onderneming mee kunnen bepalen
• Niet het prijsbeleid van de onderneming mee kunnen bepalen
• Niet gebonden zijn aan enige vorm van resultaatsverbintenis
• Niet over eigen personeel beschikken of de mogelijkheid hebben om dit aan te werven
• Niet zelfstandig kunnen handelen t.o.v. derden of slechts 1 opdrachtgever hebben
• Beschikken over de garantie van een vaste vergoeding of inkomen
• Werken in ruimtes van een ander of met materiaal van een ander
Commissie arbeidsrelaties
Strikt genomen gelden deze criteria (voorlopig) maar voor bepaalde sectoren zoals bouw, schoonmaak, bewaking,… Maar vermits het doorgaans over feitenkwesties gaat, kan u ze ook in andere sectoren als een handige leidraad gebruiken.
Wilt u 100% zekerheid over uw concrete situatie, dan kan u zich richten tot de Commissie Arbeidsrelaties (CAR-CRT@minsoc.fed.be – 02/528.63.00), tenminste voor zover uw toestand minder dan één jaar bestaat én er zich nog geen arbeidsrechtbank of sociaal inspecteur over heeft uitgesproken. De commissie beoordeelt elke individuele situatie en schrijft zijn bevindingen neer in een ruling. Zo’n “ruling” geeft u uitsluitsel op de vraag of uw werkwijze al dan niet de juiste is. De beslissing van de commissie is bindend voor de RSZ en RSVZ en dit voor een periode van drie jaar. Keerzijde van de medaille is dat wanneer de ruling in uw nadeel uitvalt, u wordt verondersteld om de situatie met terugwerkende kracht te regulariseren.
Gevolgen?
De strijd tegen schijnzelfstandigheid is de voorbije jaren fel opgevoerd. Oordeelt de sociale inspectie, de arbeidsrechter of de commissie arbeidsrelaties dat uw zelfstandige eigenlijk een werknemer is, dan hangt u een aardige rekening boven het hoofd. Alle toegekende bezoldigingen worden dan als loon aanzien waarop RSZ-bijdragen verschuldigd zijn. Bovendien zal u in zo’n geval niet enkel de werkgeversbijdragen, maar ook de werknemersbijdragen op u moeten nemen. Daarbovenop komen een intrest van 7% en een boete van 10%, naast een eventuele bijkomende administratieve boete en strafrechtelijke vervolging. De RSZ kan hierbij tot drie jaar teruggaan, in geval van fraude zelfs tot zeven. De schijnzelfstandige zelf kan daar nog een schepje bovenop doen door voor die periode ook de achterstallige eindejaarspremie, vakantiegeld, ziektedagen, vervoers- en kledijkosten en eventueel zelfs maaltijdcheques en andere extralegale voordelen waarop de andere werknemers recht hebben, op te eisen.
Bezin dus voor u uw koks of kelners als zelfstandige inschrijft. Wenst u dit toch te doen, dan kan een voorafgaande ruling van de commissie arbeidsrelaties u veel ellende besparen.