Wie een oudere werknemer aanwerft of tewerkstelt, kan in vele gevallen rekenen op een korting op zijn sociale bijdragen. De regels en de bedragen verschillen van gewest tot gewest. In Vlaanderen stijgt de leeftijdsgrens voor zittende oudere werknemers op 1 januari. Het gaat om een aangekondigde stapsgewijze aanpassing. Een eerste aanpassing vond plaats op 1 januari 2022, de laatste volgt op 1 januari 2024.
De doelgroepvermindering voor oudere werknemers die tewerkgesteld worden in het Vlaamse Gewest bestaat uit twee delen.
Wie een werknemer vanaf 58 jaar aanwerft, ontvangt hiervoor de volledige vrijstelling van de patronale basisbijdragen gedurende het kwartaal van de aanwerving en de zeven daaropvolgende kwartalen. Daaraan wijzigt er niets.
Gaat het om werknemers die de minimumleeftijd bereiken terwijl ze al bij u in dienst zijn, dan spreken we over “zittende” oudere werknemers. Tot 31 december 2022 was die zittende werknemer oud vanaf 59 jaar, vanaf 1 januari 2023 zal die werknemer tenminste 60 jaar moeten zijn op de laatste dag van het kwartaal om het recht op een doelgroepvermindering te openen.
De korting voor een zittende werknemer tussen de 60 en 62 jaar bedraagt 600 euro per kwartaal voor een voltijder. Vanaf 62 jaar wordt dat 1.500 euro per kwartaal.
Op 1 januari 2024 wordt de ondergrens nog een keer opgetrokken tot 61 jaar.
Welke afwezigheden tellen mee voor de eindejaarspremie