Werknemers die hun tijdskrediet of thematisch verlof stopzetten vóór de minimumperiode zullen daar vanaf 1 september 2024 niet meer voor worden bestraft.
Wie tijdskrediet of een vorm van thematisch verlof opneemt, dient zich aan bepaalde regels te houden. Elk type van tijdskrediet of thematisch verlof heeft een bepaalde minimum- en maximumduur. Zo is de minimumduur voor voltijds of halftijds tijdskrediet zorg voor kinderen 3 maanden, in het geval van 1/5 6 maanden.
Werknemers die ervoor kiezen hun tijdskrediet of thematisch verlof stop te zetten vóór het einde van de minimumduur, moeten nu meestal de uitkering die ze ontvingen volledig terugbetalen aan de RVA. Vanaf 1 september 2024 zal de RVA die terugvordering niet langer toepassen, zoals dat reeds het geval is bij ouderschapsverlof.
Wel zal de werknemer nog steeds het akkoord van zijn werkgever moeten hebben en de RVA hiervan schriftelijk en tijdig moeten verwittigen.
De uitkering voor de maand waarin het tijdskrediet of het thematisch verlof wordt stopgezet, wordt proportioneel aangepast. Indien de werknemer in deze maand reeds een volledige uitbetaling verkreeg, zal deze dus wel nog deels teruggevorderd worden.
Ook zal de volledige minimumduur die opgenomen had moeten worden, afgetrokken worden van de maximumduur van het tijdskrediet of thematisch verlof dat de werknemer gedurende zijn ganse loopbaan kan opnemen.
Deze nieuwe regel geldt voor alle vormen van tijdskrediet met motief en voor de thematische verloven ouderschapsverlof, mantelzorgverlof en verlof voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. Palliatief verlof kan nu al vroeger worden stopgezet mits akkoord van de werkgever.
Controlekaart tijdelijke werkloosheid vanaf 2025 enkel nog digitaal