Vanaf 1 oktober 2017 worden de formaliteiten rond deeltijdse tewerkstelling een beetje versoepeld. Deze maatregelen stonden ingeschreven in de Wet Wendbaar en Werkbaar Werk die eerder dit jaar verscheen.
Arbeidsreglement
Vanaf 1 oktober 2017 hoeft u niet langer alle deeltijdse uurroosters op te nemen in uw arbeidsreglement. Dit geldt zowel voor de vaste als de variabele deeltijdse roosters. Voor voltijdse roosters vervalt deze verplichting niet, zodat u toch nog niet helemaal verlost bent van die ellenlange lijst aan mogelijke uurroosters die uiteindelijk toch nooit volledig blijkt te zijn.
Voor variabele deeltijdse roosters dient u enkel nog een algemeen kader in het arbeidsreglement op te nemen. Dit kader moet volgende gegevens bevatten:
- Dagelijks tijdsvak waarbinnen kan gewerkt worden (bijv. tussen 10u00 en 21u00)
- Dagen van de week waarop kan gewerkt worden (bijv. van dinsdag t/m zondag)
- Minimale en maximale dagelijkse arbeidsduur en indien de deeltijdse arbeidsregeling variabel is ook minimale en maximale wekelijkse arbeidsduur (bijv. min 3 uur/dag, max. 11 uur/dag; min. 13 uur/week, max. 38 uur/week)
- Wijze waarop en termijn waarbinnen deeltijdse werknemers in kennis worden gesteld van uurrooster (bijv. min. 5 dagen op voorhand via Whatsapp)
Vaste deeltijdse roosters vermeldt u enkel nog in de arbeidsovereenkomst. De verplichting van een schriftelijke, door beide partijen ondertekende arbeidsovereenkomst blijft bestaan.
Alleen wanneer u deeltijders hebt met een variabel uurrooster, dient u uw arbeidsreglement aan te passen en dit tegen eind maart 2018. Tenminste wanneer u vóór 1 oktober 2017 al deeltijdse werknemers met een variabel rooster in dienst had, anders dient u deze aanpassingen meteen door te voeren. Overbodig geworden roosters kan u eventueel schrappen, maar dat hoeft niet.
Kennisgeving individueel uurrooster
Werkt uw deeltijder met een variabele rooster, dan moet u dat nog steeds minstens 5 werkdagen op voorhand aan de werknemer bekendmaken (of 48 uur mits voorafgaande toestemming van het paritair comité). Die verplichting blijft, uw werknemer moet immers op één of andere manier te weten komen volgens welk rooster hij verondersteld wordt te verken. U hoeft dit bericht echter niet meer uit te hangen. Voortaan mag u hiervoor gebruik maken van elk ander betrouwbaar, toegankelijk en schriftelijk communicatiemiddel. Denken we daarbij aan brief, e-mail, internet, Whatsapp,… De wijze waarop en de termijnen waarbinnen u het uurrooster kenbaar maakt neemt u mee op in het arbeidsreglement.
Afwijkingsrooster
Wijken deeltijders af van hun voorziene uurrooster, dan dient u die afwijking te noteren op een, bij voorkeur door beide partijen getekend, afwijkingsrooster. Voortaan kan een elektronisch systeem van tijdsopvolging dit afwijkingsdocument vervangen.
Dit tijdsopvolgingssysteem moet duidelijk per individuele werknemer begin en einde van de prestaties bijhouden, evenals de rustpauzes. Zowel de werknemers als de inspectiediensten moeten toegang hebben tot dit systeem dat de gegevens vijf jaar bewaart.
Bewaringsplicht
Arbeidsovereenkomsten voor deeltijdse werknemers en de kennisgeving van de uurroosters in geval van variabele uurroosters, moeten nog steeds bewaard worden op de plaats waar ook het arbeidsreglement bewaard wordt. Voortaan hoeft dit niet langer in papieren vorm, maar mag het ook elektronisch bewaard worden. Een scan dus van het ondertekende contact.
Het uurrooster moet bijgehouden worden tot één jaar nadat het opgehouden is van kracht te zijn.
Kredieturen
Deeltijders die meer uren presteren, vallen nog niet meteen onder de overurenregeling. Voor de eerste bijkomende uren betaalt u immers geen overurentoeslag, de zgn. “kredieturen”. De regeling verschilt naargelang het gaat om deeltijders met een vast wekelijks aantal uren of deeltijders met een variabel wekelijks aantal uren.
Voor deeltijders met een vast wekelijks aantal uren, zijn de eerste 12 bijkomende uren per maand kredieturen. Dat blijft ook na 1 oktober 2017 ongewijzigd.
Voor deeltijders met een variabel wekelijks aantal uren, had u 3 kredieturen per week of 39 kredieturen per trimester. Vanaf 1 oktober 2017 wordt dat aantal opgetrokken tot 3u14min per week, of 42 uren per trimester, 168 uren per jaar.