Die legt u vast in een overeenkomst waarin duidelijk staat dat beide partijen een zelfstandige samenwerking aangaan. Een document kan dus helpen, maar volstaat niet. De zelfstandige samenwerking zal vooral moeten blijken uit de drie andere criteria.
2. De vrijheid om de werktijd in te richten
Een zelfstandige werkt wanneer en hoe lang of kort hij wil, een werknemer volgt de werkuren van het bedrijf. Een zelfstandige kan dus zelf zijn werktijd indelen en zelf beslissen wat hij wanneer doet, meestal binnen een bepaalde deadline die met de opdrachtgever is afgesproken.
3. De vrijheid om het werk te organiseren
Een zelfstandige is vrij om zijn werk te organiseren op de manier die hij wil. De opdrachtgever mag daarbij wel richtlijnen geven, maar geen bevelen. Een zelfstandige regelt meestal ook zijn eigen materiaal en vervoerskosten.
4. Hiërarchische controle
Een zelfstandige wordt niet gecontroleerd door zijn opdrachtgever. Een zelfstandige is zijn eigen baas. Er kan dus geen sprake zijn van verlofaanvragen, verantwoording voor afwezigheden, evaluaties,…
Daarnaast kunnen nog andere factoren meespelen in de beoordeling. Is er een (min of meer) vaste maandelijkse vergoeding; heeft de zelfstandige geen andere klanten; draagt de zelfstandige geen financieel risico, dan zijn dit allemaal alarmsignalen die erop wijzen dat uw medewerker eerder een werknemer dan een zelfstandige is.
Een voorbeeld
Een cateraar moet tegen volgend weekend 300 desserts voorzien. Hij besteedt die uit aan een zelfstandige waarmee hij regelmatig samenwerkt. Die beschikt over een eigen atelier en kan zelf beslissen of hij de opdracht al dan niet aanneemt en vervolgens hoe hij ze uitvoert. Begint hij er meteen aan of pas morgen; doet hij er twee uur over of een volledige dag; neemt hij zelf plaats in de keuken, zet hij er personeel voor in of geeft hij de opdracht op zijn beurt door aan een onderaannemer. In dit geval is er geen reden om het zelfstandige statuut in twijfel te trekken.
In het geval daarentegen van een vaste kok in een restaurant die met het materiaal van de zaak gerechten van de kaart van de zaak maakt met de ploeg die hem door de werkgever ter beschikking wordt gesteld volgens de openingsuren van de zaak, dan hebben we in 9 van de 10 gevallen te maken met een werknemer die verkeerdelijk werkt onder het statuur van zelfstandige, of een zogenaamde “schijnzelfstandige”.
Schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandigheid is een vorm van sociale fraude waar zware sancties op staan. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voert geregeld controles uit op schijnzelfstandigheid en kan een zelfstandige herkwalificeren naar werknemer. Daarbij gaat men ervan uit dat tussen beide partijen een verdoken arbeidsovereenkomst bestond.
De gevolgen hiervan zij niet min. De werkgever zal achterstallige sociale bijdrage en bedrijfsvoorheffing moeten betalen en dit tot 3, of in het geval van fraude zelfs 7, jaar terug. Daarbovenop komen nog nalatigheidsintresten en een eventuele boete. Bovendien zal hij de zelfstandige achterstallig vakantiegeld en eindejaarspremie moeten betalen, een tussenkomst in de vervoerskosten, eventuele kledijvergoeding en zelfs extra loon indien de betaalde vergoeding onder barema lag.
Commissie Arbeidsrelaties
Denk dus best twee keer na vooraleer u een medewerker als zelfstandige voor u laat werken. Wie zekerheid wil over een concrete situatie kan die steeds voorleggen aan de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie. Die beoordeelt of iemand werknemer of zelfstandige is in hetzij een niet bindend advies, hetzij een bindende ruling.