Welke documenten moet u uw werknemers afleveren zodat zij vlot van een uitkering kunnen genieten? En waar kunnen zij daarmee terecht?
Op het moment dat de werkloosheid wordt aangevraagd overhandigt u uw werknemer een document
C3.2A. U dient hiervoor het originele papieren document te gebruiken met oranje nummer. Uw sociaal secretariaat bezorgt u elke maand deze documenten voor uw werknemers. Dit geldt zowel in het geval van overmacht als bij werkvermindering/economische redenen.
In beide gevallen moet de werknemer dit document steeds bij zich hebben op de dagen waarop hij of zij nog wel werk verricht. Vóór aanvang van de prestaties bij de eigen werkgever, kleurt de werknemer het vakje in rooster 1 met onuitwisbare inkt. Als de werknemer bij een andere werkgever aan de slag kan, kleurt hij het vakje in rooster 2.
In geval van arbeidsongeschiktheid (ziekte, ongeval, bevallingsrust) noteert de werknemer een “Z”, ook voor de weekends en de feestdagen. In geval van vakantie een “V”.
Na afloop van de maand ondertekent de werknemer dit document.
Op het einde van de maand maakt het sociaal secretariaat een tweede document op,
C32A WERKNEMER, waarop, in het geval van overmacht, het geplande uurrooster staat ingevuld en in geval van economische redenen de eventuele prestaties en op de niet gewerkte dagen het geplande uurrooster. Dit document wordt elektronisch naar de uitbetalingsinstelling verstuurd. Dit elektronische document C32, zorgt ervoor dat de uitbetaling kan gebeuren wanneer de werknemer zich aanbiedt bij de vakbond of de
hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) voor wie niet gesyndiceerd is. Aan de hand van beide documenten zal de uitbetalingsinstelling tot de uitbetaling overgaan. De gewerkte dagen op beide documenten moeten steeds met elkaar overeenkomen, anders riskeert de werknemer zijn uitkering te verliezen!