Veel zwangere werkneemsters proberen hun moederschapsverlof maximaal na de geboorte op te nemen. Om dit te kunnen doen moet er tijdens de zeven weken voorafgaand aan de bevallingsdatum wel gewoon gewerkt worden. Er bestond ook een beperkte lijst van gelijkgestelde afwezigheden, maar de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht stond daar niet bij. Net zo min als ziekte. Een wetswijziging past deze lijst retroactief aan.
Moederschapsverlof bestaat uit twee delen: de periode van prenatale rust, vóór de bevalling, het eigenlijke “zwangerschapsverlof” en de periode van postnatale rust na de bevalling, het “bevallingsverlof”. In totaal gaat het om 15 weken. In het geval van meerlingen wordt dit 17 weken die door de arts verlengd kunnen worden tot 19 weken.
Het prenatale verlof bedraagt maximaal 6 weken, waarvan 1 week, de laatste week vóór de bevalling, verplicht op te nemen. Het postnatale verlof duurt minimaal 9 weken, maar wordt verlengd met de weken prenataal verlof (maximaal 5) die de werkneemster niet heeft opgenomen. Sinds enkele jaren kan de werkneemster maximaal 2 weken van haar postnatale rust opsparen om op te nemen binnen de 8 weken na haar werkhervatting.
De werkneemster kiest zelf of zij de vijf facultatieve weken prenatale bevallingsrust vóór dan wel na de bevalling zal opnemen. De meeste werkneemsters kiezen voor een zo groot mogelijk deel na de geboorte, maar dat kan enkel op voorwaarde dat zij vanaf de zevende week die de effectieve bevallingsdatum voorafging nog gewerkt hebben of in het geval van volgende gelijkgestelde afwezigheden:
-
Wettelijke vakantie
-
Feestdagen
-
Verlof om dwingende reden (“familiaal verlof”)
-
Periodes van economische werkloosheid (arbeiders)
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht - de corona-werkloosheid - was daar dus niet bij. Werkneemsters waarvan de laatste weken zwangerschap vielen tijdens de voorbije maanden, moeten dus verplicht hun zes weken prenatale rust opnemen en konden daarvan geen weken overdragen naar de periode na de bevalling.
Hetzelfde was ook al altijd het geval bij ziekte. Bij ziekte voorafgaand aan de bevalling, diende de betaalde ziektedagen vaak naderhand omgezet te worden in onbetaalde dagen prenataal moederschapsverlof.
Daaraan komt nu een einde. De bovenvermelde lijst met gelijkstellingen wordt uitgebreid met volgende afwezigheden:
-
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
-
Tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk wegens economische redenen voor bedienden
-
Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte en ongeval
-
Volledige werkverwijdering in het kader van profylactisch verlof
Deze aanpassing gaat retroactief in vanaf 1 maart 2020 en kan dus gevolgen hebben voor lopende moederschapsverloven.