Wie arbeidsongeschikt is tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid ontvangt geen RVA-uitkering, maar een uitkering voor arbeidsongeschiktheid via zijn of haar mutualiteit. Normaal bedraagt die uitkering 60% van het brutoloon, tijdens de corona-overmacht komt er bovenop deze uitkering nog een “aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering” naar analogie met de werkloosheidsuitkering.
Om recht te hebben op deze “aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering” moet een werknemer gelijktijdig aan volgende drie voorwaarden voldoen:
- Ten vroegste vanaf 1 maart 2020 (en niet eerder) arbeidsongeschikt zijn;
- Verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst (of gelijkgesteld);
- Een brutoloon hebben dat lager is dan 132,999 euro per dag (3.457,74 euro per maand).
De normale primaire ongeschiktheidsuitkering (lees de uitkering die een werknemer ontvangt van de mutualiteit) bedraagt 60% van het dagelijks brutoloon (= maandloon /26).
De aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering die er nu tijdelijk bijkomt bedraagt 10% van het bruto dagloon + 5,63 euro. Volledig in lijn met de tijdelijke werkloosheidsuitkering dus.
Het totaalbedrag mag echter nooit de 79,80 euro per dag overschrijden en zal nooit minder zijn dan 61,22 euro per dag.
Voorbeeld 1: bruto dagloon van 100 euro.
Primaire ongeschiktheidsuitkering: 100 euro * 60% = 60 euro.
Aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering: 100 euro * 10% + 5,63 euro = 15,63 euro.
Totale arbeidsongeschiktheidsuitkering: 60 + 15,63 = 75,63 euro.
Voorbeeld 2: bruto dagloon van 120 euro.
Primaire ongeschiktheidsuitkering: 120 euro * 60% = 72 euro.
Aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering: 120 euro * 10% + 5,63 euro = 17,63 euro.
Totale arbeidsongeschiktheidsuitkering: 72 + 17,63 = 89,63 euro. Dit bedrag wordt evenwel begrensd tot het maximale dagbedrag van 79,80 euro.
Voorbeeld 3: bruto dagloon van 75 euro.
Primaire ongeschiktheidsuitkering: 75 euro * 60% = 45 euro.
Aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering: 75 euro * 10% + 5,63 euro = 13,13 euro.
Totale arbeidsongeschiktheidsuitkering: 45 + 13,13 euro = 58,13 euro. Dit bedrag wordt echter verhoogd tot het minimale dagbedrag van 61,22 euro.
Op dit brutobedrag houdt de mutualiteit in principe 11,11% bedrijfsvoorheffing in, wat doorgaans minder is dan wat de werknemer normaal zal moeten betalen. Het verschil wordt in rekening gebracht in de personenbelasting.
Voor meer informatie kan de werknemer terecht bij zijn of haar ziekenfonds.
Beschermingspremie van 10 euro per dag voor langdurig tijdelijk werklozen