Het paritair comité voor de horeca (PC 302) nam recent een standpunt in over het opleiden op de werkvloer van jongeren met een stageovereenkomst of een OAO-overeenkomst (alternerend leren). Die wijkt af van de algemene regels voor leerlingen en stagiairs.
De opleiding van deze jongeren kan in horeca-ondernemingen slechts worden voortgezet als aan volgende twee voorwaarden gelijktijdig is voldaan:
-
De leermeester is aanwezig;
-
Er is geen tijdelijke werkloosheid voor werknemers die in dezelfde afdeling als de leerling werken, waarbij slechts een onderscheid wordt gemaakt tussen vier mogelijke afdelingen, nl. zaal, keuken, administratie of kamerdiensten.
De horeca vormt hiermee een uitzondering op de algemene regel die stelt dat jongeren hun leerovereenkomst verder mogen blijven uitvoeren zolang dit geen vervanging betekent van werknemers in tijdelijke werkloosheid.
Hebt u zo’n jongere in een afdeling waarin minstens één werknemer op tijdelijke werkloosheid staat, onderbreek dan meteen de stage of opleiding. In het geval van een stageovereenkomst, verbreekt u die in overleg met de school. Betreft het een OAO-overeenkomst, dan schorst u die door de jongere op tijdelijke werkloosheid te plaatsen. U mag in deze afdeling vanzelfsprekend ook geen nieuwe stagiairs of leerlingen aannemen.
Voor Beroepsinlevingsstages (BIS) volgt men dezelfde redenering. Stagiairs zijn geen werknemers en kunnen bijgevolg niet op tijdelijke werkloosheid worden geplaats. U schorst hun overeenkomst door hen gewettigd afwezig te laten. Tijdens de schorsing is de werkgever geen stagevergoeding verschuldigd. Afhankelijk van de individuele situatie zal de stagiair al dan niet op een uitkering kunnen terugvallen. Na afloop van de periode van tijdelijke werkloosheid in uw onderneming mag u de stage gewoon verderzetten. De periode van schorsing telt niet mee voor de totale duur van de stage. De BIS-overeenkomst en de dimona moeten wel worden verlengd.