3 mei '16
Daar is de lente, daar zijn de feestdagen
Met de lente maken ook de feestdagen weer hun intrede. Pasen viel uitzonderlijk vroeg dit jaar en omdat 1 mei op zondag viel, zitten we al meteen met een uitzondering. Op 5 en 16 mei volgen er alweer twee feestdagen. Hoog tijd dus voor een korte opfrissing van de regels.
10 feestdagen
Elk jaar zijn er tien wettelijke feestdagen, waar in principe iedere werknemer recht op heeft: Paasmaandag, 1 mei, Pinkstermaandag, OLH Hemelvaart, de Nationale Feestdag (21 juli), OLV Hemelvaart (15 augustus), Allerheiligen (1 november), Wapenstilstand (11 november), Kerstmis (25 december) en Nieuwjaar (1 januari).
Loon voor een feestdag
Het loon voor een feestdag of een vervangingsfeestdag moet overeenstemmen met het loon dat de werknemer zou ontvangen hebben indien hij op deze dag zou gewerkt hebben
In normale omstandigheden hebben voltijdse werknemers altijd recht op de tien wettelijke feestdagen. Ook al zouden ze normaal op die dag niet werken.
Deeltijdse werknemers
Voor deeltijdse werknemers ligt dat enigszins anders. Hier moeten we een onderscheid maken tussen deeltijders met een vast werkschema en deeltijders met een variabel werkschema.
Ook deeltijdse werknemers met een variabel werkschema hebben elk jaar recht op de betaling van hun tien feestdagen. Het loon voor de feestdag stemt overeen met het gemiddelde loon berekend over de periode van de vier weken voorafgaand aan de feestdag. Vaak worden hier gelijk(w)aardige pragmatische oplossingen toegepast, zoals 1/5 van de contracturen.
De deeltijdse werknemer die tewerkgesteld wordt volgens een vast uurrooster, heeft echter enkel recht op loon voor de feestdagen die vallen op dagen waarop hij normaliter zou gewerkt hebben. Werkt uw deeltijdse kelner bijvoorbeeld enkel op dinsdag, woensdag en donderdag, dan kan hij geen aanspraak maken op Pinkstermaandag.
Maar en zijn ook een aantal uitzonderingen. Daarover meer in het volgende deel.