8 september '20
De hospitalisatieverzekering: interessant, maar vergeet de informatieverplichting niet
|
Een hospitalisatieverzekering is een interessante vorm van loonoptimalisatie waar u in eerste instantie misschien niet altijd aan denkt. Het feit dat iedereen er eigenlijk een zou moeten hebben, maakt het ook een voordeel dat meestal wel op prijs wordt gesteld. Omdat er geen bedrijfsvoorheffing of RSZ op verschuldigd zijn, is het een pak goedkoper dan gewoon loon. Er is echter een addertje, de goedkoopste polis, de collectieve, verderzetten na afloop van het contract is vaak minder interessant. Dat probleem heeft u niet met de iets duurdere individuele polis. Bovendien mag u als werkgever ook niet vergeten dat u de werknemer na afloop van zijn contract over de mogelijkheden tot verderzetting dient te informeren.
Een hospitalisatieverzekering verzekert u in geval van ziekenhuisopname voor het grootste deel van de kosten waarin het verplichte ziekenfonds niet tussenkomt. Vermits we er vroeg of laat allemaal wel eens mee te maken krijgen, is het zeker geen overbodige luxe. Zeker wanneer u weet dat een patiënt 20% van de factuur zelf moet betalen. De hospitalisatieverzekering dekt naast de kosten van het verblijf ook onderzoeken, erelonen, supplementen en medicatie gedurende een bepaalde tijd voor en na de hospitalisatie en in bepaalde gevallen ook de kosten verbonden aan een lijst met zware ziektes. Iedereen kan zo’n hospitalisatieverzekering afsluiten bij een private verzekeringsmaatschappij of bij zijn of haar mutualiteit.
Maar ook steeds meer werknemers bieden hun werknemers zo’n hospitalisatieverzekering aan als een extralegaal voordeel. Omdat een hospitalisatieverzekering niet als loon wordt beschouwd, betaalt de werknemer geen belastingen of RSZ op de premies die de werkgever stort. Ook de werkgever betaalt geen patronale kosten, enkel een taks van 9,25% en 10% RIZIV-bijdrage die in de tarieven inbegrepen zitten. Als u weet dat een doorsnee gezin jaarlijks toch gauw zo’n 1.200 euro betaalt voor zijn hospitalisatieverzekering, kan dit een mooie vorm van loonoptimalisatie zijn. Een hospitalisatieverzekering brengt bovendien zeer weinig administratie met zich mee.
Zoals zovele extralegale voordelen is ook de hospitalisatieverzekering een collectief voordeel. De werkgever biedt het aan aan zijn voltallige personeel of aan een objectief onderscheidbare groep van werknemers op basis van bijvoorbeeld afdeling, functie of anciënniteit.
Verzekeringstechnisch bestaan er twee soorten van polissen die een werkgever kan aanbieden. Hoewel de benamingen misschien voor verwarring kunnen zorgen, moet de werkgever beide polissen wel steeds “collectief” aanbieden aan zijn werknemers.
Enerzijds is er de individuele polis, die op naam van de werknemer wordt afgesloten. De werknemer kan die zonder problemen aan dezelfde voorwaarden verderzetten na zijn vertrek. Deze polis is iets duurder en er zijn vaak ook meer medische formaliteiten aan gekoppeld.
Anderzijds is er de collectieve polis, die u meestal pas vanaf een minimum aantal werknemers zal kunnen nemen. Deze is goedkoper en stelt ook minder voorwaarden zoals medische vragenlijsten. In dit geval is de werknemer echter niet de verzekeringnemer, maar de werkgever. Bij vertrek ligt de situatie dus enigszins anders.
De wet Verwilghen, die van toepassing is op dit type van verzekeringen, voorziet alleszins dat werknemers ook na het einde van hun contract hun collectieve polis kunnen verderzetten. In principe zonder wachttijd en zonder medische formaliteiten. In tegenstelling tot bij een individuele polis echter, zal dat niet aan dezelfde voorwaarden zijn, maar wordt de premie opnieuw berekend op basis van de leeftijd die de werknemer bij het stopzetten van de collectieve polis. En dat kan tegenvallen. Voor een 65-jarige ligt die premie tot vier keer hoger dan voor een 30-jarige.
De mogelijkheid tot verderzetting is er enkel voor werknemers die minstens twee jaar ononderbroken aangesloten geweest zijn bij een hospitalisatieverzekering (bij de huidige verzekeringsmaatschappij of bij een andere verzekeringsmaatschappij) en geldt ook voor de aangesloten gezinsleden.
Bovendien verplicht deze wet elke werkgever zijn aangesloten werknemers aan het einde van hun arbeidsovereenkomst (ongeacht of het gaat om een ontslag door werkgever, een vrijwillig vertrek, pensionering,…) in te lichten over die mogelijkheid en de voorwaarden om hun polis verder te zetten. Dit dient te gebeuren binnen de 30 dagen na het einde van het contract, anders riskeert de werkgever een schadevergoeding te moeten betalen. De werkgever zorgt ook best voor een bewijs dat hij deze verplichting is nagekomen. Laat de werknemer dus best een kopie van het document, dat u via uw verzekeringsmaatschappij kan opvragen, ondertekenen of stuur het aangetekend of per mail met ontvangstbevestiging op.