We horen steeds vaker hoe moeilijk het is om geschikte werknemers te vinden. In de “war on talent” zal u uw job zo interessant mogelijk moeten voorstellen en dan is het loonpakket niet zelden het belangrijkste wapen dat men inzet. Om het betaalbaar te houden kijkt men daarbij best ook naar de fiscaal interessante extralegale voorbeelden. Een pensioenplan is er daar één van.
Wie werkt, bouwt automatisch pensioen op. Wie in pc 302 werkt, geniet, vaak zonder het te weten, ook nog van een sectoraal pensioenplan. Dat bestaat niet in elke sector. Op elke euro die een vaste werknemer in de horeca verdient, betaalt de werkgever hiervoor via zijn sociale bijdragen 1,1%. Maar als werkgever kan u ook zelf beslissen om daarbovenop nog een aanvullend pensioen aan te bieden aan alle werknemers of een groep van werknemers. Door de toenemende vergrijzing van de bevolking en omdat het wettelijk pensioen in België tot de laagste van Europa behoort, heeft dat aanvullend pensioen al geruime tijd een vaste plaats verworven in het pensioenlandschap. Ongeveer 75 % van de werkgevers zou voor zijn medewerkers zo’n aanvullend pensioen opbouwen. De aanvullende pensioenen worden ook wel de “tweede pensioenpijler” genoemd.
Een pensioenplan is een interessant extralegaal voordeel. Elke maand stort de werkgever een premie op de pensioenrekening van de werknemer. Dat bedrag wordt op de pensioenleeftijd aan de werknemer uitgekeerd. Bij overlijden vóór de pensioenleeftijd is er doorgaans ook een overlijdensdekking voorzien waarbij een bedrag wordt uitbetaald aan de nabestaanden of begunstigden. Op de premie die u als de werkgever stort, betaalt u slechts 8,86% sociale bijdragen. Op een gewoon loon zit u rond de 34%, plus eindejaarspremie en vakantiegeld. De premie is bovendien fiscaal aftrekbaar. Die sociale zekerheidsbijdrage betaalt u via uw sociaal bureau, maar daarvoor moet u hen wel elk kwartaal het attest bezorgen dat uw verzekeringsmaatschappij u hiervoor aflevert.
Hoeveel u maandelijks in het pensioenplan stort, bepaalt u zelf. Momenteel bedraagt de gemiddelde premie rond de 6% van het loon. U kan ook met vaste bedragen werken. Er staat evenwel een maximum op de werkgeversbijdrage, maar daar zal u niet snel aan geraken. De berekening van de grens is ook vrij complex.
Elk pensioenplan dat u als werkgever aanbiedt heeft ook een minimumrendementsgarantie. Momenteel ligt die op 1,75%. Die verplichting tot minimumrendement berust bij de inrichter van het aanvullend pensioen, de werkgever dus en niet de verzekeringsmaatschappij. Maar momenteel wordt dit rendement nog steeds door alle verzekeringsmaatschappijen behaald. Zou dit niet meer het geval zijn, moet de werkgever bijpassen. Maar dat is enkel het geval bij uitdiensttreding of pensionering.
En hoe zit het met RSZ en belastingen voor de werknemer? Tijdens zijn loopbaan betaalt de werknemer geen bijdragen op zijn pensioenopbouw. Op het ogenblik dat het aanvullend pensioen wordt uitbetaald, worden sociale bijdragen en belastingen ingehouden. Die variëren naar gelang het bedrag, de leeftijd bij opname en de manier van opname. Er zit ook een stukje gemeentebelasting in dat verschilt van gemeente tot gemeente.
Hoewel veel, vooral jonge werknemers in de horeca op het eerste zicht niet meteen warm lijken te worden van een pensioenplan als deel van hun loonpakket is het toch interessant. Een evenwaardige verhoging van de premie van de groepsverzekering levert werknemers netto een stuk meer op dan een verhoging van hun brutoloon. Bovendien hoeft de werknemer zelf minder of niet meer aan pensioensparen te doen, waardoor er meer budget beschikbaar komt. De groepsverzekering kan in de meeste gevallen ook gebruikt worden om een voordelige financiering te krijgen van een vastgoedproject of voor het financieren van energiebesparende investeringen. En wat zeer duidelijk is: het wettelijk pensioen zal voor de meeste werknemers niet volstaan om hun levensstandaard te behouden.