Het niet-concurrentiebeding is een clausule in het arbeidscontract waarin wordt overeengekomen dat de werknemer na zijn vertrek de werkgever geen nadeel zal berokkenen door soortgelijke activiteiten uit te oefenen bij een concurrent of door zelf een zaak te starten. Een werknemer die het beding overtreedt is aan de werkgever een schadeloosstelling verschuldigd. Maar kan u dit zomaar voor iedereen toepassen en is het interessant?
De werkgever beconcurreren tijdens de arbeidsovereenkomst mag sowieso nooit Dat is in de arbeidswetgeving voorzien en hoeft u niet expliciet in uw contracten of arbeidsreglement op te nemen. Over concurrentie na afloop van de arbeidsovereenkomst wordt in de wet niets bepaald, tenzij het om oneerlijke concurrentie zou gaan waarbij een ex-werknemer bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen zou openbaar maken, foutieve informatie zou verspreiden of een gelijkaardige zaak zou beginnen onder een merknaam die verwarring sticht met die van zijn ex-werkgever.
Wie van het niet-concurrentiebeding wil gebruik maken, zal dit dus uitdrukkelijk schriftelijk moeten overeenkomen. Meestal bij indiensttreding, maar het kan ook op een later moment, zelfs bij het einde van het contract. Normaliter gebeurt dit in de arbeidsovereenkomst of een bijlage daaraan. Bepaalde rechtspraak stelt dat ook een concurrentiebeding in het arbeidsreglement geldig is.
U kan echter niet voor elke werknemer zo’n niet-concurrentiebeding toepassen. In pc 302 kan dit enkel voor een beperkt aantal functies en dan nog uitsluitend als deze een jaarloon hebben van minstens 36.785 euro:
• het administratief en kaderpersoneel;
• in de keuken: de chef de partie, de sous-chef, de kok(kin) alleenwerkend, de keukenchef(fin)
• in de zaal : de maître en zijn plaatsvervangerdie eerste rijleid(st)er dient te zijn, beloond tegen 110%, de wijnkelner(in), de barman/barmeid, de chef-gerant
Voor werknemers met een lager loon is het niet-concurrentiebeding niet geldig. Voor werknemers met een bruto jaarloon vanaf 73.571 euro kan een niet-concurrentiebeding worden opgemaakt ongeacht de functie.
Het niet-concurrentiebeding kan niet worden toegepast tijdens de eerste zes maanden dienst en enkel bij een ontslag door de werknemer, een onderling akkoord, het einde van een contract van bepaalde duur of een ontslag om dringende reden.
Het niet-concurrentiebeding kan enkel worden toegepast wanneer de werknemer een soortgelijke activiteit uitoefent binnen een straal van vijf kilometer van de plaats van tewerkstelling en kan nooit langer lopen dan twaalf maanden vanaf de datum uit dienst.
Maar het niet-concurrentiebeding heeft ook zijn prijs en dat vergeten veel werkgevers. Leeft de werknemer de voorwaarden van het beding wel na, dan is de werkgever aan de ex-werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan de helft van diens brutoloon voor de duur van het beding. Om die reden wordt het uiteindelijk niet zo vaak toegepast.
Bovendien bent u dit bedrag ook verschuldigd als de werknemer sowieso van plan was om de horeca vaarwel te zeggen en totaal andere oorden opzoekt. In dat geval kan u de betaling enkel vermijden door binnen de vijftien dagen na de datum uitdienst, bij voorkeur aangetekend, afstand doen van het beding.