Welke werknemers moet u nu al dan niet aan een medisch onderzoek onderwerpen? Sinds 1 januari 2016 is op dit vlak heel wat gewijzigd. Daarom zetten we alle regels nog even voor u op een rijtje.
Werknemers in contact met voedingswaren
Hier zijn twee wetgevingen van kracht. De regelgeving betreffende “het gezondheidstoezicht van de werknemers” wijzigde ingrijpend op 1 januari 2016. Sinds die datum is het periodieke onderzoek door de bedrijfsarts niet langer verplicht. In plaats daarvan moet de werkgever, samen met zijn interne en/of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, voor zijn werknemers wel een opleiding voorzien rond voedselhygiëne. Daarnaast moet hij minstens elke vijf jaar de risico’s analyseren die voortvloeien uit het contact met voedingswaren. De FOD WASO houdt toezicht op de naleving van deze eerste verplichting.
Dat wil echter niet zeggen dat u van alle medische onderzoeken verlost bent. Voor de “wet op de levensmiddelenhygiëne” blijft een medisch attest nog steeds verplicht voor al wie werkt met onverpakte of halfverpakte levensmiddelen. We denken dan onder meer aan koks en keukenpersoneel, bakkers, kaasmakers,…, Voor obers en zaalpersoneel, kassapersoneel en personen die enkel levensmiddelen in een volledig gesloten verpakking hanteren geldt deze verplichting niet. Dit “medisch attest m.b.t. de geschiktheid om levensmiddelen te manipuleren” is niet alleen verplicht voor uw vast personeel, maar ook voor alle extra’s, flexi’s en studenten en zelfs voor zaakvoerders en leveranciers. In tegenstelling tot het eerste attest dat enkel door de arbeidsgeneesheer kon afgeleverd worden, mag dit attest gewoon door de huisarts worden opgemaakt. Het attest verklaart dat de gezondheid van de betrokkene het toelaat om met levensmiddelen te werken. De geneesheer zal voor het opstellen van het attest specifiek informeren naar maag-darmklachten en huidinfecties die een mogelijke bron van besmetting kunnen zijn. Dit attest moet bij indiensttreding worden afgeleverd en moet hernieuwd worden om de drie jaar of na een herstel van een via voedsel overdraagbare aandoening. Bij controle door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) moet de werkgever dit attest kunnen voorleggen. De kosten van het onderzoek (remgeld) worden terugbetaald door de werkgever. Voor werknemers die als interim bij u werken valt dit onderzoek ten laste van het uitzendkantoor
Schoolstagiairs
Ook voor jongeren die in het kader van hun studies een onbezoldigde stage bij u doen, is een medisch onderzoek verplicht als hun functie dat vereist. Een medisch onderzoek is doorgaans ook verplicht voor elke minderjarige stagiair, ongeacht de functie, wanneer het zijn of haar eerste stage betreft. Indien de school een attest kan voorleggen dat de jongere minder dan vijf jaar geleden reeds werd onderzocht voor dezelfde risico’s vervalt deze verplichting. Het onderzoek kan in principe gebeuren door de arbeidsgeneesheer van de school, die hiervan ook de kosten op zich neemt. Wenst de werkgever toch zijn eigen arbeidsgeneesheer in te schakelen, dan zijn de kosten voor de werkgever. De werkgever draagt ook de eindverantwoordelijkheid voor het attest.
Beeldschermgebruikers
Een beeldschermgebruiker is een werknemer die “een aanzienlijk deel van zijn arbeidstijd aan een beeldscherm werkt”. Zoals gebruikelijk blijft de wet hierover erg onduidelijk. In de praktijk legt men doorgaan de grens op minimum vier uur per dag. Tot voor kort dienden beeldschermgebruikers elke drie of vijf jaar, afhankelijk van hun leeftijd, een verplicht medisch onderzoek te ondergaan door de arbeidsgeneesheer. Die onderzocht dan vooral de ogen, maar ook eventuele klachten van hals, schouders of nek.
Sinds 1 januari 2016 is ook dit onderzoek afgeschaft en vervangen door een verplichte vijfjaarlijkse risicoanalyse. Doorgaans zal het de preventieadviseur van uw externe dienst zijn die deze taak op zich neemt. Hij zal hierbij nagaan of de werkplaats ergonomisch is ingericht (hoogte van tafels, stoelen enz…) maar ook individueel peilen naar klachten bij uw werknemers. Komen er hierdoor gezondheidsproblemen aan het licht, dan zal er vaak alsnog een medisch onderzoek moeten plaatsvinden.
Rijgeschiktheidsattest
Chauffeurs van taxi’s en bussen moeten over een aangepast medisch attest beschikken, het zgn. rijgeschiktheidsattest. In regel is dit vijf jaar geldig. Op het eerste zicht lijkt dit niet relevant voor een horeca-onderneming, maar heel wat hotels beschikken over een eigen shuttledienst voor hun klanten.