Elke vier jaar mogen werknemers naar de stembus om de collega’s aan te duiden die hen zullen vertegenwoordigen. De volgende sociale verkiezingen vinden plaats van 11 tot 24 mei 2020. Dat lijkt nog veraf, maar de verkiezingsprocedure start al in december van dit jaar. Of u die procedure zal moeten opstarten kan u vanaf nu (laten) berekenen.
Ondernemingen die “gewoonlijk gemiddeld” minstens 50 werknemers tewerkstellen zullen verkiezingen moeten organiseren voor een Comité, zit u aan gemiddeld 100 werknemers, dan komt daar nog een tweede stemming bij voor een Ondernemingsraad.
Het comité, voluit Comité voor Preventie en Bescherming op de Werkplaats, is bevoegd voor alles wat welzijn en veiligheid aanbelangt. De Ondernemingsraad mag uitspraken doen over zowat alles wat de werkorganisatie binnen een bedrijf betreft. In beide gevallen gaat het eigenlijk om georganiseerd overleg tussen werkgever en werknemers, waarbij beide partijen maandelijks met elkaar samenzitten.
Hebt u de 50/100-drempel bereikt, dan bent u sowieso verplicht om de verkiezingsprocedure op te starten. Zelf beslissen om de verkiezingen een keertje over te slaan kan helaas niet. U kan verplicht worden om, desnoods op een later moment, alsnog verkiezingen te organiseren. Daarenboven riskeert u een flinke geldboete.
Hoe u deze drempel precies moet berekenen is niet zo eenvoudig. Voor uw vaste werknemers kijken we naar de referteperiode 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019. Elke werknemer, vast, extra of flexi, telt mee voor één eenheid zodra hij minstens voor 75% van een voltijds uurrooster wordt tewerkgesteld. Werknemers die minder dan 75% van een voltijdse tewerkstelling hadden, tellen mee voor een halve eenheid. Voor werknemers die niet gedurende de volledige referteperiode bij u gewerkt hebben, wordt die hele of halve eenheid geproratiseerd op basis van het aantal dagen dat die persoon bij u dimona-aangegeven was gedeeld door 365.
Maar ook uw uitzendkrachten tellen mee. Voor hen geldt een andere referteperiode, namelijk het tweede kwartaal van 2019 (van 1 april tot en met 30 juni). Zij tellen mee voor één eenheid wanneer ze tijdens het volledige tweede kwartaal voltijds of voor minstens 75% van een voltijds rooster bij u gewerkt hebben. Net zoals bij de vaste werknemers tellen zij mee voor een halve eenheid wanneer zij gedurende het hele tweede kwartaal met een uurrooster van minder dan 75% werkten. Ook hier tellen uitzendkrachten die maar gedurende een deel van het tweede kwartaal bij u werkten slechts voor een deel van een eenheid mee. De op die manier berekende eenheden van de interims worden vervolgens bij de berekende eenheden van de vaste werknemers opgeteld om uw gemiddelde tewerkstelling te bepalen.
Bovendien gebeurt deze berekening per technische bedrijfseenheid (TBE). Kort gezegd kan het zijn dat verschillende vennootschappen die elk afzonderlijk de drempel misschien niet halen, op basis van een aantal factoren als één geheel worden beschouwd en op die manier toch verkiezingen moeten organiseren. Over het begrip TBE later meer.
Kunt u nog volgen? Gelukkig kan uw sociaal secretariaat deze berekening voor u maken, voor het geval u zou twijfelen of u net boven of net onder deze drempel zou zitten. De berekening van de uitzendkrachten kan u dan weer opvragen bij de uitzendkantoren waar u tijdens het tweede kwartaal mee gewerkt heeft.
Als blijkt dat u de drempel heeft overschreden, dan zal u de officiële procedure moeten opstarten. Hoe dat precies in zijn werk gaat en wanneer u dat moet doen, leest u in een volgende nieuwsbrief.