Alle medewerkers, ook tijdelijk personeel zoals jobstudenten en flexi-jobbers, die rechtstreeks in contact komen met voedingswaren of –stoffen of met andere woorden werken met onverpakte of halfverpakte levensmiddelen, moeten beschikken over een medisch attest van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) dat toelaat om levensmiddelen te manipuleren.
Dit attest moet voorafgaandelijk aan de tewerkstelling opgemaakt worden door de huisarts of arbeidsgeneesheer en verklaart dat de werknemer al dan niet geschikt is om met levensmiddelen te werken en dus niet lijdt aan een aandoening of ziekte die via de voeding andere mensen kan besmetten. Dit attest moet om de 3 jaar hernieuwd worden en na elk herstel van een ziekte die overgedragen kan worden via voedsel.
Sinds 1 januari 2016 moeten deze medewerkers niet meer jaarlijks op medisch onderzoek bij de arbeidsgeneesheer. De meeste horeca-werknemers staan echter ook bloot aan andere risico’s waarvoor ze mogelijks wel op medisch onderzoek moeten bij de arbeidsgeneesheer. Langdurig staan, het hanteren van lasten, het werken in ongunstige houdingen, … vergen een grote belasting van het lichaam. Werken in piekperiodes, repetitief werk en druk op de verschillende gewrichten verhogen het risico op overbelasting van pezen, spieren en ligamenten. Vooral peesontstekingen (zoals tenniselleboog), inklemming van de zenuw t.h.v. de pols (zoals carpaal tunnelsyndroom) en aandoeningen van de lage rug komen voor als beroepsgerelateerde ziekten in de horeca. Werkdruk zorgt ook steeds voor een zekere mate van psychosociale belasting bij de medewerkers. Denken we aan stress, drugs- en alcoholverslaving en ongewenst gedrag of pesten. Sommige schoonmaakproducten kunnen irriterend zijn voor de huid en in de categorie arbeidsongevallen staan in de horeca vallen, struikelen of uitglijden bovenaan de lijst. Ook snij- en brandwonden en kleinere ongevallen komen dagelijks voor.
Als werkgever bent u verantwoordelijk voor de gezondheid en de veiligheid van uw werknemers. Het in kaart brengen van de risico’s waaraan de werknemers worden blootgesteld is dan ook een belangrijke taak. Dit doet u door het opmaken van een
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE), één van de verplichtingen die de welzijnswetgeving aan werkgevers oplegt. De werkgever kan die RIE zelf opstellen maar kan hiervoor altijd terecht bij medewerkers van zijn externe preventiedienst.
De meeste van de hierboven beschreven risico’s zullen leiden tot een 3 jaarlijkse opvolging door de arbeidsgeneesheer. De arbeidsgeneesheer evalueert daarbij de algemene gezondheidstoestand, de aanwezigheid van infectieziekten, arbeid gerelateerde aandoeningen en de werksituatie van de medewerkers.
Sommige werknemers kunnen blootgesteld worden aan risico’s waarvoor ze wel jaarlijks op onderzoek moeten komen bij de arbeidsgeneesheer zoals bijvoorbeeld bij het uitoefenen van een veiligheidsfunctie of werken bij kankerverwekkende producten. Dit soort functies komt in de horeca minder vaak voor.
Werknemers die gedurende minstens 4 uur per dag met een beeldscherm werken, moeten sinds 1 januari 2016 geen medisch onderzoek meer ondergaan. Voor sommige jongeren bestaat dan weer een specifiek gezondheidstoezicht. Het betreft de jongeren die bij het begin van hun tewerkstelling de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben, jongeren die nachtarbeid verrichten en jongeren die aan bepaalde risico’s worden blootgesteld. Ook werkneemsters die zwanger zijn of borstvoeding geven en die tewerkgesteld zijn op een risicovolle werkpost, moeten zo snel mogelijk door de arbeidsgeneesheer onderzocht worden. En indien u iemand tewerkstelt die als gehandicapte erkend wordt, kan u hiervoor een deel van het loon recupereren (cao 26). Ook deze werknemers zijn onderworpen aan medisch toezicht.
Dr. Steve Bervoets
CLB Externe Preventie