Werkgevers die minstens 50 werknemers tewerkstellen moeten om de twee jaar een “analyseverslag van de bezoldigingsstructuur van de werknemers” opstellen. Het verslag voor de boekjaren 2021 en 2022 moet uiterlijk op 31 maart klaar zijn.
Wat?
Deze tweejaarlijkse verplichting spruit voort uit de wet van 22 april 2012 en moet mogelijk maken te bepalen of mannen en vrouwen gelijk loon voor gelijk werk ontvangen. Met andere woorden, of het loonbeleid in de onderneming genderneutraal is.
Wie?
De verplichting geldt voor alle ondernemingen die gemiddeld minstens 50 werknemers tewerkstellen. Men kijkt hiervoor naar de drempel van de vorige sociale verkiezingen (2020). Aangezien het verslag bedoeld is ter informatie voor de ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging, hoeven ondernemingen waar deze organen niet aanwezig zijn dit verslag niet op te maken.
Hoe?
Het analyseverslag heeft een vaste vorm.
Modeldocumenten vindt men terug op de website van de FOD WASO. Werkgevers die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers tewerkstellen, moeten het volledige formulier invullen. Voor werknemers die gemiddeld ten minste 50, maar minder dan 100 werknemers tewerkstellen, volstaat het beknopte formulier. Hierin dienen o.m. de bezoldigingen en andere voordelen te worden ingevuld voor zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten. De meeste van deze gegevens haalt men uit de jaarrekening. Deze gegevens moeten vervolgens ook worden opgesplitst volgens functie, anciënniteit en opleidingsniveau, wat niet zo eenvoudig is.
Wanneer?
Het verslag moet binnen de drie maanden na de afsluiting van het even boekjaar, in de meeste gevallen dus 31 maart 2023, besproken worden met ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging. Oordelen deze op basis van het analyseverslag dat het loonbeleid in de onderneming onvoldoende genderneutraal is, dan zal er, al dan niet met de hulp van een bemiddelaar, een actieplan opgesteld moeten worden.
Werkgevers die geen plan voorleggen aan hun ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging kunnen hiervoor bestraft worden met een geld- of administratieve boete.