Het aantal Belgen dat een flexi-job uitoefende steeg in 2024 met 19% ten opzichte van 2023. Dat blijkt uit de “Jaarstatistieken over flexi-tewerkstelling” die de RSZ deze maand uitbracht. Vooral 65-plussers lijken massaal aan het flexi-jobben geslagen.

Op een tijdelijke daling na in 2020, tijdens de COVID-pandemie, is het aantal flexi-jobbers sinds de invoering van het statuut in 2015 elk jaar toegenomen. Ook in 2024 stegen zowel het aantal flexi-jobbers, het aantal beschikbare flexi-jobs als het arbeidsvolume ten opzichte van het jaar ervoor.

In totaal waren in 2024 229.423 werknemers in het flexi-statuut aan het werk (+19,1%), gespreid over 312.028 flexi-jobplaatsen (+18,7%). Het arbeidsvolume dat zij vertegenwoordigden was goed voor 106.038 voltijds equivalenten (+25,4%). De flexi-loonmassa steeg met 34,6% naar liefst 766.821.100 euro. Een gedeeltelijke verklaring van deze cijfers ligt uiteraard in het feit dat in 2024 het flexi-statuut werd uitgebreid naar een flink aantal nieuwe sectoren.

De gemiddelde flexi-jobber werkte in 2024 219,1 uren. Voor gepensioneerde flexi-jobbers ligt dat aantal gewerkte uren aanzienlijk hoger: 404,9 uren tegenover 186 voor niet-gepensioneerden. De groep 65-plussers kende in 2024 meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2023: 52,6%. Het aantal mannelijke 65-plussers met een flexi-job nam zelfs met 68,5% toe.

Gemiddeld verdiende een flexi-jobber in 2024 3.342,4 euro. Het mediaanloon – het loon waarbij de helft van de werknemers meer verdient en de andere helft minder – bedroeg 1.712 euro. Ook hier zien we een significant verschil tussen gepensioneerden, die gemiddeld 6.426,5 euro verdienden, en niet-gepensioneerden met gemiddeld 2.792,7 euro. Of wanneer we in mediaanlonen spreken resp. 4.277,9 en 1.467,6 euro. Hier speelt natuurlijk dat gepensioneerden geen rekening hoeven te houden met het plafond van 12.000 euro.

Opvallend blijven de verschillen tussen de gewesten. 85% van alle flexi-jobbers werkt nog steeds in Vlaanderen. Brussel en Wallonië lijken wel aan een inhaalbeweging bezig. Terwijl de stijging in Vlaanderen 15,9% bedroeg, nam het aantal flexi-jobbers in Wallonië toe met 43,9%, in Brussel met 27,7%.

Kijken we op sectorniveau dan blijft de horeca met 130.257 flexi-jobbers – met +1,58% nagenoeg een status quo – veruit de grootste afnemer van flexi-jobs. Het arbeidsvolume kende een iets grotere stijging, nl. 4,2%. De uitzendsector volgt op de tweede plaats met 104.967 flexi-jobbers, of een stijging van bijna 30%. Welke sectoren het meeste gebruik maken van uitzend-flexi’s is niet in de statistieken opgenomen. De kleinhandel, die al in 2018 toetrad tot het systeem, staat met 46.486 flexi-jobbers op plaats drie.