De kans is groot dat u het niet wist, maar elke werkgever is België is verplicht om een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten. Aan het hoofd van de IDPBW staat de interne preventieadviseur. Onder de 20 werknemers kan de werkgever die rol zelf vervullen, daarboven zal u meestal een werknemer moeten aanduiden die hiervoor een bijkomende opleiding volgt.
De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) waakt, zoals de naam het zegt, over het preventiebeleid, de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op hun werkplaatsen. Elke onderneming, hoe klein ook, moet zo’n interne dienst in huis hebben. In kleine ondernemingen mag de werkgever wel zelf de taken van de IDPBW en de rol van preventieadviseur op zich nemen.
In die zin klinkt het dan ook een beetje vreemd wanneer we schrijven dat de IDPBW de werkgever onder meer advies moet geven over de mogelijke gevaren voor arbeidsongevallen binnen de onderneming, moet ondersteunen bij de uitwerking van preventiemaatregelen en procedures en moet bijstaan bij de toepassing van de regelgeving inzake het welzijn van de werknemers. Andere taken van de IDPBW zijn o.m. het uitvoeren van analyses en controles van de werkmethodes en arbeidsprocessen en het grondig onderzoek van de werkposten en arbeidsplaatsen met het oog op de verbetering van het welzijn van de werknemers.
De externe dienst voor preventie en bescherming (EDPBW zoals CLB of Mediwet) kan heel wat taken van de IDPBW overnemen, zeker in kleinere bedrijven, maar die nooit volledig vervangen. Zo blijft het opmaken van een jaarverslag en jaaractieplan een taak van de interne dienst.
In ondernemingen met een verkozen comité voor preventie en bescherming zullen beide nauw moeten samenwerken.
De interne preventieadviseur
Aan het hoofd van de IDPBW staat de interne preventieadviseur (IPA). In ondernemingen met minder dan 20 werknemers mag de werkgever zelf als preventieadviseur optreden, eens daarover moet de werkgever hiervoor een werknemer verbonden met een arbeidsovereenkomst aanstellen.
Het aantal werknemers wordt bepaald door het totaal aantal kalenderdagen waarop elke werknemer in dimona ingeschreven is te delen door 365. Werknemers met minder dan drievierde prestaties worden gedeeld door twee.
De preventieadviseur moet over de nodige kennis en competenties beschikken om zijn taak naar behoren uit te voeren. In ondernemingen met minder dan 200 werknemers zonder specifieke risico’s volstaat hiervoor een basiskennis (niveau 3). Daarmee wordt bedoeld “een voldoende kennis om de Belgische wetgeving over Welzijn op het Werk toe te passen”. Voor de basisopleiding preventieadviseur niveau 3 kan u terecht bij uw EDPBW. Elke preventieadviseur moet ook jaarlijks een verplichte bijscholing volgen.
De werkgever kan natuurlijk altijd beslissen om zijn IPA toch een hogere opleiding (niveau 2 of 1) te laten volgen. Het pakket aan vaardigheden waarover de IDPBW in principe moet beschikken is immers heel uitgebreid en multidisciplinair: arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde, ergonomie, bedrijfshygiëne en psychosociale belasting op het werk. Het spreekt voor zich dat u die doorgaans niet in één dienst, laat staan in één persoon kan samenbrengen. Vandaar dat u ze uitbesteedt aan een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW). Welke van deze vaardigheden aanwezig zijn, moet de werkgever verplicht optekenen in een identificatiedocument dat door de inspectie kan worden opgevraagd. Doorgaans maakt dit deel uit van de aansluitingsovereenkomst met de EDPBW.
De IPA moet onafhankelijk kunnen werken en mag geen nadeel ondervinden van zijn functie. Hij geniet bijgevolg van een bijzondere ontslagbescherming.
Basisopleidingen Preventieadviseur Niveau 3:
CLB-group
Mediwet
Lees ook:
Tegen 31 maart moet het jaarverslag van uw interne dienst klaar zijn
Op 1 november moet uw jaaractieplan klaar zijn
Bent u verplicht aan te sluiten bij een externe dienst?