Op 1 januari wijzigden er in paritair comité 302 een paar kleinigheden op het vlak van verloven. Zo werd het klein verlet voor overlijden uitgebreid en het anciënniteitsverlof aangepast. Nieuw vanaf dit jaar is de extra vakantiedag voor vijftigplussers.
Vanaf hun 56ste verjaardag krijgen die er namelijk één bijkomende vakantiedag bij. Deze betaalde vakantiedag moet, net zoals de wettelijke vakantiedagen, in onderling akkoord met de werkgever worden opgenomen voor het einde van het jaar.
Het “rouwverlof”, lees klein verlet bij overlijden, werd uitgebreid van drie naar vier dagen voor een familielid in de eerste graad (partner, ouder, kind,…).
Tot slot werd ook de regelgeving betreffende het anciënniteitsverlof aangepast. Tot vorig jaar hadden werknemers in ondernemingen met 50 of meer werknemers recht op één anciënniteitsdag per vijf jaar anciënniteit. In ondernemingen met minder dan 50 werknemers was dat maar één dag per tien jaar anciënniteit.
Dat laatste is nu veranderd. Voortaan krijgen werknemers in ondernemingen met minder dan 50 werknemers één anciënniteitsdag na tien jaar dienst en vervolgens één bijkomende dag bij iedere vijfde verjaardag van de arbeidsovereenkomst. Een werknemer met 10 jaar anciënniteit krijgt dus één bijkomende verlofdag, na 15 jaar twee, na 20 jaar drie, enz…
Ook de anciënniteitsdagen moeten telkens binnen het kalenderjaar worden opgenomen.