20 juli '21
Rouwverlof wordt uitgebreid naar tien dagen
in Juridisch door Karl Böhrer
|
Wie een dierbare verliest kan daarvoor klein verlet opnemen. In pc 302 gaat het om één tot vijf dagen afhankelijk van de graad van verwantschap. Dat is meer dan in veel andere sectoren, maar nog steeds veel te weinig om het verlies te verwerken en om zich met alle beslommeringen bezig te houden die een overlijden met zich meebrengt. Dat vond ook de regering die het rouwverlof in bepaalde gevallen uitbreidde naar tien dagen.
In het geval van een overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), had een werknemer in pc 302 tot voor kort recht op 5 dagen klein verlet betaald door de werkgever, vrij te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt één maand na het overlijden. In de meeste andere sectoren waren dat er slechts 3.
Een nieuwe wet breidt dit aantal nu uit tot 10 dagen betaald door de werkgever: 3 dagen door de werknemer te kiezen tussen de dag van het overlijden en de dag van de begrafenis en 7 bijkomende dagen vrij te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. In onderling akkoord kunnen werknemer en werkgever hiervan afwijken.
Deze tien dagen gelden zowel bij het overlijden van
- De echtgenoot of echtgenote als de samenwonende partner
- Een kind van de werknemer, diens echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner
- Een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg (minstens 6 maanden) op het moment van overlijden of in het verleden
Ook in het geval een arbeidsongeschiktheid aansluit op het rouwverlof voor partner of kind voorziet de wet specifieke regels. In dat geval kunnen de vierde tot en met de tiende dag rouwverlof aangerekend worden op het gewaarborgd loon. Vermits in pc 302 nu reeds vijf dagen rouwverlof werden voorzien, kunnen hier slechts vijf dagen rouwverlof op het gewaarborgd loon worden aangerekend. M.a.w. de 30 kalenderdagen gewaarborgd loon bij ziekte worden ingekort tot respectievelijk 30-7=23 of in het geval van de horeca 30-5=25 kalenderdagen. Beide afwezigheden moeten wel op elkaar aansluiten. De aanrekening is geen verplichting, de werkgever beslist of hij hier al dan niet gebruik van wenst te maken.
Voor overlijden van andere familieleden blijven de oude regels gelden. Voor pc 302 zijn dat:
- In het geval van overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)(e) of samenwonende partner: Vier dagen, door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt één maand na het overlijden. In andere paritaire comités zijn dat er doorgaans drie.
- In het geval van overlijden van inwonende overige familie: een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter: Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt één maand na het overlijden.
- In het geval van overlijden van niet-inwonende overige familie: een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter: De dag van de begrafenis.
- In het geval van overlijden van een pleegkind bij kortdurende pleegzorg: De dag van de begrafenis.
- In het geval van overlijden van een pleegouder in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: Drie dagen, op te nemen tussen het moment van overlijden en de dag van de begrafenis.