Studenten mogen dit en volgend jaar geen 475 maar 600 uur werken aan voordelig tarief. Maar welke gevolgen heeft dit voor de kinderbijslag? Daarvoor moeten we kijken naar de woonplaats van de jongere en zijn ouders. Elke gemeenschap heeft namelijk zijn eigen regels.

Onvoorwaardelijk tot 18 jaar

Laten we beginnen met de regels die in alle regio’s hetzelfde zijn. Minderjarigen hebben onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag. Een winstgevende activiteit zoals een studentenjob heeft tot dan geen gevolgen voor de kinderbijslag. Alleen het exacte moment waarop een jongere meerderjarig wordt beschouwd verschilt naargelang de regio. In Vlaanderen is dat vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van 18 jaar bereikt wordt; in Wallonië en Brussel vanaf 1 september van het jaar waarin de leeftijd van 18 jaar bereikt wordt; in de Duitstalige Gemeenschap vanaf de 18de verjaardag.

Op 25 jaar houdt de kinderbijslag overal op.

Maar tussen de 18de en 25ste verjaardag verschillen de regels voor werkende studenten van regio tot regio en moeten we kijken naar het aantal gewerkte uren en de periode waarbinnen ze gepresteerd worden. De gemeente waar de student ingeschreven staat is hier bepalend. Woont het kind in het buitenland, dan bepaalt de locatie van de werkgever binnen welke regio het kind valt.

Vlaanderen

In Vlaanderen heeft kinderbijslag sinds 2019 een nieuwe naam: “Groeipakket”. Elk kind dat in Vlaanderen woont, krijgt een Groeipakket. Het exacte bedrag hangt af van de concrete situatie, op maat van elk gezin. Het Groeipakket kan verschillende bedragen omvatten: na het startbedrag (het vroegere kraamgeld) volgt het basisbedrag, eventueel aangevuld met een schoolbonus, een schooltoeslag, een sociale toeslag,…

Welke impact heeft werken op het Groeipakket?

De Vlaamse student mag de volledige 600 uren van het studentencontingent met een studentenovereenkomst werken zonder dat dit het groeipakket beïnvloedt. Daarna(ast) mag de student nog 80 uur per maand werken als extra, interim, student buiten contingent, gewone arbeider of bediende of flexi-jobber. Al zullen weinig studenten aan de flexi-voorwaarden voldoen.

Eens de 80 uur per maand overschreden, heeft de student voor die maand geen recht op het Groeipakket. De volgende maand(en) kan er eventueel wel weer recht ontstaan.

Ook een schoolverlater kan nog 12 maanden recht behouden op het Groeipakket. Hier gelden dezelfde grenzen van 600 en 80 uur.

Brussel

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn nog steeds de regels van kracht die tot 2019 voor het hele land golden. Om het recht op kinderbijslag te behouden, mag er maximaal 240 uur per kwartaal gewerkt worden, ongeacht het soort contract. Het derde trimester telt niet mee op voorwaarde van herinschrijving in september. Een student die pas is afgestudeerd en zijn studies na de zomer niet meer verder zet, mag m.a.w. ook in het derde kwartaal maar 240 uur werken.

Wallonië

Wallonië maakt het iets ingewikkelder en combineert beide systemen. De geboortedatum van het kind bepaalt in welk systeem het valt.

Kinderen geboren vóór 2001 blijven onder de oude regels vallen waarbij ze 240 uur per kwartaal mogen werken. Werken ze meer, dan vervalt het recht op kinderbijslag voor het volledige kwartaal. Net zoals in Brussel vormt de zomer (juli-augustus-september maar hier wel beperkt tot de aanvang van de lessen!) een uitzondering.

Is de student geboren vanaf 2001, dan geldt het onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag tot 21 jaar voor zover hij met een studentenovereenkomst werkt. Werkt hij met een ander contract (OTH, EXT,…) dan geldt opnieuw de grens van 240 uur per kwartaal.

Vanaf 21 jaar gelden dezelfde voorwaarden als voor kinderen geboren vóór 2001: maximum 240 uren per kwartaal met uitzondering van het derde kwartaal (volledige zomervakantie tenzij de lessen eerder hervatten).

Duitstalige gemeenschap

In de Duitstalige gemeenschap geldt geen urenbeperking zolang de jonger met een studentenovereenkomst werkt. Zodra er met een ander soort overeenkomst wordt gewerkt (EXT, OTH, FLX, INT) mag er niet meer dan 175 uur gewerkt worden per kwartaal.

Fiscaal

Hoeveel de student verdient heeft dus geen invloed op de kinderbijslag. De hoogte van het inkomen kan echter wel ingrijpende fiscale gevolgen hebben. 

Om ten laste te blijven van de ouders mag de student in 2023 niet meer verdienen dan 7.965 euro. Voor alleenstaande ouders is dat 10.090 euro, heeft het kind een handicap 11.952,50 euro.

Vanaf 14.514,29 euro zal de student zelf ook belastingen moeten betalen.

Het gaat in beide gevallen om het brutoloon na afhouding van de sociale zekerheidsbijdragen.