Met een tegenopzeg kan een werknemer die door u werd opgezegd zijn opzegtermijn vroeger dan voorzien beëindigen. Werknemers kunnen hiervan gebruik maken om sneller bij een nieuwe werkgever aan de slag te gaan.
Sinds enkele jaren zijn de opzegtermijnen voor arbeiders aanzienlijk langer geworden. Wilt u een arbeider ontslaan die al twee jaar bij u in dienst is, dan zit u toch al gauw met een opzegtermijn van 12 weken. Dat kan ook voor de ontslagen werknemer erg lang zijn. Zeker als hij snel ander werk vindt, maar toch nog enkele maanden op zijn oude job moet blijven die hem geen enkel perspectief meer biedt.
Om die reden werd de "tegenopzeg" in het leven geroepen. Tot voor enkele jaren bestond die enkel voor bedienden, maar sinds 1 januari 2014 kunnen ook arbeiders hiervan gebruik maken.
De tegenopzegging gebeurt schriftelijk en kan zowel aangetekend opgestuurd als persoonlijk overhandigd worden. Net als een gewone opzeg gaat ook de tegenopzeg in op de maandag na "betekening" van de brief. Hiervoor gelden de normale regels voor de opzegbrief. D.w.z. de brief moet ten laatste de woensdag ervoor aangetekend verstuurd zijn, of ten laatste de zondag ervoor in de hand afgegeven zijn.
De duur van de tegenopzeg hangt af van de anciënniteit.
-
Van 0 tot 3 maanden: 1 week
-
Van 3 tot 6 maanden: 2 weken
-
Van 6 tot 12 maanden: 3 weken
-
Vanaf 12 maanden: 4 weken
Een tegenopzeg weigeren kan u alleen indien de werknemer niet kan aantonen dat hij reeds een nieuwe job gevonden heeft. Dat is immers de voorwaarde om ervan gebruik te kunnen maken. U heeft dus in principe het recht om hiervan een bewijs te vragen. Weigeren doet een werkgever meestal uit principe. U kan zich echter afvragen of het veel zin heeft om een ontslagen werknemer te verplichten om tot zijn allerlaatste dag te blijven. Wanneer een opgezegde werknemer vroeger wil vertrekken, is het doorgaans zelfs beter om meteen in onderling akkoord zijn uitdienstdatum te bepalen. Denk er wel steeds aan om zulke afspraken duidelijk op papier te zetten.