Een persoon van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) die in België wil komen werken, moet in principe twee vergunningen kunnen voorleggen. Een verblijfstitel om in ons land te mogen verblijven en een arbeidskaart om in ons land te kunnen werken. Tot vorig jaar moesten beide kaarten via aparte procedures worden aangevraagd. Dat leidde vaak tot verschillen in duurtijd tussen beide kaarten, die ook wat de naam en de geboortedatum betreft niet altijd 100% met elkaar overeenkwamen. Daar zou nu verandering in moeten komen. Vanaf 1 januari 2019 voerde Vlaanderen namelijk de “Single Permit” in.
De single permit, of gecombineerde vergunning, is een elektronische kaart die zowel een toelating geeft tot arbeid als tot verblijf in ons land. Het toekennen van zo’n unieke kaart werd reeds in 2011 door een Europese richtlijn opgelegd. De lidstaten kregen toen twee jaar de tijd om die om te zetten in nationaal recht. Acht jaar later voert België dit systeem eindelijk in. Of althans Vlaanderen en Wallonië, want deze bevoegdheid wordt inmiddels gedeeld tussen de federale overheid en de gewesten. Het Brussels Hoofdstedelijk gewest hinkt nog achterop. Dat maakt meteen dat de regels voor de procedure van de single permit en de documenten die hiervoor gebruikt moeten worden, van gewest tot gewest zullen verschillen.
Bestaande kaarten
Reeds uitgereikte arbeidskaarten A, B en C blijven geldig zolang hun geldigheidsduur niet verstreken is. Procedures die vóór 1 januari 2019 werden opgestart worden nog volgens de oude regels behandeld. Verlenging of hernieuwing van bestaande kaarten zal wel volgens de nieuwe procedures moeten gebeuren.
De arbeidskaart C, die o.m. gold voor gezinshereniging, studenten en vluchtelingen, wordt vanaf 1 januari 2019 volledig afgeschaft. Personen die in aanmerking komen voor een arbeidskaart C, mogen vanaf die datum automatisch werken op basis van hun tijdelijke verblijfstitel. Zodra de verblijfskaart wordt vernieuwd, zal de nieuwe identiteitskaart “toegang tot arbeid: onbeperkt” vermelden.
Verschillende situaties
Vanaf 1 januari 2019 zijn er bijgevolg zes mogelijke situaties waarin het niet EU-onderdanen toegelaten is om in ons land te verblijven en te werken.
-
geldige verblijfstitel + arbeidskaart A (aflopend)
-
geldige verblijfstitel + arbeidskaart B (aflopend)
-
geldige verblijfstitel + arbeidskaart C (aflopend)
-
single permit onbepaalde duur (vervangt arbeidskaart A)
-
single permit bepaalde duur >90 dagen (vervangt arbeidskaart B)
-
identiteitskaart met vermelding “toegang tot arbeid: onbeperkt” (vervangt arbeidskaart C)
Lees ook:
Hoe verloopt de aanvraag voor een single permit?