De lente-feestdagen zijn een uitgelezen moment voor communie- of huwelijksfeesten, gebeurtenissen die aanleiding kunnen geven tot klein verlet. Maar welke afwezigheid boekt u dan voor die dag, feestdag of klein verlet? En kan de werknemer één van beide ook nog eens inhalen op een ander moment?
Klein verlet is het recht om met behoud van het normale loon afwezig te zijn om bepaalde familiegebeurtenissen bij te wonen of burgerlijke verplichtingen te vervullen. Overlijdens, huwelijken en communies komen daarbij het vaakst voor, maar ook bijzitten tijdens de verkiezingen valt hieronder. Zelfs priesterwijding van een familielid staat in de lijst, al hebben we die zelf nog nooit zien passeren.
Elke gebeurtenis geeft recht op een bepaald aantal afwezigheidsdagen die binnen een bepaalde periode moeten opgenomen worden, meestal de dag van de gebeurtenis zelf. Als die gebeurtenis toevallig samenvalt met een dag waarop er niet gewerkt wordt, zoals een feestdag, maar ook een vaste sluitingsdag, dan kan de werknemer zijn recht op klein verlet meestal niet laten gelden.
Stapt de werknemer zelf in het huwelijksbootje, dan heeft hij recht op twee dagen klein verlet, vrij te kiezen in de week van het huwelijk of de week erna. In dat geval betaalt u de dag van het huwelijk eveneens als feestdag, maar komen de twee dagen klein verlet er wel nog bovenop.
In het geval van een huwelijk van een familielid heeft de werknemer enkel recht op klein verlet op de dag van de gebeurtenis zelf. Is hij die dag al thuis omdat hij niet moet werken op de feestdag, dan betaalt u de feestdag. De werknemer kan ook geen klein verlet meer opeisen op een andere datum.
Plechtige communiefeesten van de eigen kinderen vormen de uitzondering op deze regel. In dit geval mag de werknemer het klein verlet wel verplaatsen naar de eerste werkdag voor of na de plechtigheid.
Welke regels moet u naleven bij ontslagmotivering?