U stort al jaren maandelijks een bijdrage in het pensioenplan voor uw werknemers, maar wat gebeurt er met deze bedragen als een werknemer uw bedrijf verlaat? Is er een verschil wanneer de werknemer ontslagen wordt of zelf vertrekt?
Zowel bij werkgevers als bij werknemers heerst er onduidelijkheid over wat er met het opgebouwde spaargeld van een groepsverzekering gebeurt als de werknemer van job verandert.
In de eerste plaats worden bij vertrek van een werknemer geen premies meer gestort. Dat spreekt voor zich. Het opgebouwde spaarpotje, de pensioenreserves, is echter niet verloren en gaat integraal naar de werknemer. Ook dat is logisch, al denken sommige werkgevers daar in de ontgoocheling van het moment vaak anders over. Op welke manier de werknemer is vertrokken, maakt daarbij helemaal niets uit. Vrijwillige vertrek, ontslag, zelfs bij dringende reden, wat opgebouwd is in het verleden gaat mee met de werknemer.
Bij uitdiensttreding zal de werknemer een pensioenfiche ontvangen met daarop een overzicht van het opgebouwde pensioenbedrag. Wat de werknemer hiermee kan doen, wordt uitgelegd in een afzonderlijke brief die hij van de verzekeringsmaatschappij ontvangt. Het is dus belangrijk dat u als werkgever bij een vertrek onmiddellijk de verzekeraar op de hoogte brengt.
De werknemer heeft drie opties.
- De reserves gewoon laten staan, of “slapen” is de standaardkeuze. De werknemer hoeft hiervoor niets te doen. De rentevoet van het plan blijft behouden. Wel zal in sommige gevallen de overlijdensdekking ophouden, maar heeft de werknemer de mogelijkheid om die zelf verder te zetten.
- De werknemer kan de reserves overdragen naar de groepsverzekering van zijn nieuwe werkgever. Daarna gelden vanzelfsprekend de voorwaarden van het nieuwe plan.
- Hij draagt de reserves over naar een andere pensioeninstelling die aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Deze keuze wordt zelden gemaakt en is vaak niet interessant.
Het transfereren van reserves is niet altijd de beste optie. Soms biedt de nieuwe verzekering een lagere intrestvoet dan de groepsverzekering. Soms is het net wél beter om de bedragen over te zetten indien bijvoorbeeld het contract niet zou voorzien in een uitkering bij vroegtijdig overlijden. Een neutrale makelaar kan hierbij het beste advies geven. Indien de werknemer binnen de 30 dagen geen keuze heeft gemaakt, blijven de reserves gewoon in het bestaande plan.
Het opgebouwde tegoed als werknemer meteen laten uitkeren kan ten vroegste vanaf de pensioenleeftijd of vanaf 60 jaar indien het plan hierin voorziet.
De verzekerde kan er ook altijd voor kiezen om zelf premies te blijven storten in een individueel contract.
Wie tijdens zijn loopbaan een paar keer van werkgever verandert, loopt het risico om al die slapende reserves uit het oog te verliezen. De vele fusies en naamsveranderingen in de verzekeringswereld de voorbije decennia maken het er zeker niet makkelijker op. Daarvoor biedt de website mypension.be een handige oplossing. Elke werkgever kan hier heel eenvoudig een overzicht raadplegen van alle pensioenreserves die door alle werkgevers in het verleden voor hem werden opgebouwd.