Vanaf 1 april wordt de werkbonus uitgebreid en versterkt. Voltijders met een brutoloon tot 2.750 euro zullen hierdoor op jaarbasis minstens 160 euro netto extra verdienen.
Een werknemer betaalt op zijn loon normaliter 13,07% aan sociale zekerheidsbijdragen. Sinds 2000 bestaat er evenwel een systeem van verminderingen van de werknemersbijdragen aan de RSZ met als doel werknemers met een “laag loon” een hoger netto te garanderen zonder daarbij het brutoloon te verhogen. Vanaf 2005 verschijnt deze vermindering onder de naam “werkbonus” op de loonbrief.
De bovengrens om in aanmerking te komen voor de werkbonus wordt op 1 april opgetrokken van 2.772 euro naar 2.848 euro. Die loongrens zal voortaan gekoppeld worden aan eventuele stijgingen van het GGMMI. Hierdoor vergroot het aantal werknemers dat kan genieten van deze korting.
Tegelijkertijd wordt de werkbonus ook versterkt waardoor het bedrag stijgt. Een voltijder die voor de werkbonus in aanmerking komt zal hierdoor op jaarbasis 160 euro of meer netto inkomen overhouden.