5 april '13
Extra inspanningen voor laaggeschoolde jongeren
De overheid werkt een versterkte lastenverlaging uit, bestaande uit een luik "RSZ-vermindering" en een luik "activering" (werkuitkering RVA).
Het luik "RSZ-voordeel" bestaat uit een forfaitaire vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen met als basisbedrag 1.500 euro per kwartaal.
Het luik "RVA-voordeel" bestaat uit een werkuitkering van 500 euro per maand die de werkgever in mindering mag brengen van het nettoloon dat hij aan de jonge werknemer verschuldigd is.
Beide voordelen worden voor eenzelfde maximumduur toegekend, namelijk 3 jaar.
Ten opzichte van de bestaande regelingen betekent dit:
(1) voor het RSZ-voordeel: een uitbreiding van het forfait van 1.500 euro met 4 kwartalen
(2) voor het RVA-voordeel: een verlenging van de maximumduur met 20 maanden.
(3) De doelgroep jongeren wordt uitgebreid van 25 tot 27 jaar
In heel ons land is de jeugdwerkloosheid de laatste maanden sterk toegenomen. Het werkloosheidsbericht van de VDAB van februari 2013 geeft een stijging van 5,7% werklozen. Het aantal werkzoekende ingeschreven jongeren is gestegen met 11,8% en het aantal personen met een werkloosheidsduur tussen 1 en 2 jaar is gestegen met 10,2%.
Bij het verlaten van de schoolbanken is 15,1% laaggeschoold, maar zij vormen wel 34,9% van de jongeren die na 1 jaar nog werkzoekend zijn.
Nochtans blijkt uit onderzoek van de VDAB dat van zodra laaggeschoolden gelanceerd zijn, het gebrek aan een diploma geen bepalende invloed meer heeft op het zoeken naar werk.
Vanaf de leeftijd van 30 jaar heeft het studieniveau geen impact meer op de snelheid waarmee men aan de slag gaat. Ook laaggeschoolde werklozen die gedurende drie jaar de kans gekregen hebben zich te bewijzen, belanden nadien niet vaker terug in de werkloosheid dan anderen.
Op dit ogenblik hebben we te kampen met een lagere economische groei en een dalend aantal vacatures. Hierdoor hebben schoolverlaters meer moeite met het vinden van een gepaste job met als gevolg dat de werkloosheid bij laaggeschoolde jongeren toeneemt.
Aan de ene kant zijn er bij ons jobs aanwezig met een beperkte toegevoegde economische waarde die ernstige concurrentie ondervinden van bijvoorbeeld de lage loon-jobs uit Duitsland. Aan de andere kant hebben we ook heel wat laaggeschoolde jongeren.
Beide gegevens kunnen we combineren door aan werkloze laaggeschoolde jongeren niet alleen een verlaging van de te betalen sociale bijdragen te geven, maar ook hun werkloosheidsuitkering om te zetten naar een werkuitkering.
Bron : RVA