12 augustus '15
Geachte heer Van Assche...
U kan als werkgever gelijktijdig twee soorten verminderingen van werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid genieten : a) de structurele vermindering van de sociale lasten en b) onder bepaalde voorwaarden, een doelgroep - vermindering.
Het basistarief van de structurele vermindering bedraagt 400 € per kwartaal. Het gaat hier voor alle duidelijkheid over 0,80 euro per uur. Dit bedrag van € 400 wordt verhoogd indien het voltijds brutoloon op kwartaalbasis de € 6.030,00 (of € 2.010,00 per maand) niet overstijgt. Men spreek dan van 'lage lonen'
Tot en met categorie 4 stijgt de structurele lastenvermindering dan ongeveer tot 0,95 euro per uur.
Volgens de heer Van Assche, geruggesteund door het sociaal secretariaat van de Federatie, bedraagt de gemiddelde patronale bijdrage in de sector trouwens 24% en is dus een daling van 33% naar 25% (Tax Shift) een RSZ stijging in plaats van een daling.
Met alle goede wil van de wereld kan ik weinig zinnigs zeggen over zoveel nonsens. Kan de Federatie Horeca Vlaanderen niet beter inzetten op een aantal andere zaken die minder gevoelig liggen in het sociaal overleg en die meer focussen op een win-win !?
WERKBONUS OF EEN VERMINDERING VAN RSZ VOOR DE WERKNEMER
Moet de "Werkbonus" niet verhoogd worden?
Loononderhandelingen in de sector horeca gebeuren toch sinds mensenheugenis op basis van een nettoloon? Gaat dit eerstdaags wijzigen denkt u? Gaat de witte raaf kok, maître of kelner ineens tevreden zijn met 9 euro netto per uur en het betalen van personenbelasting?
Werknemers met een maandelijks loon tussen +/- 1.500 euro en +/- 2.400 euro betalen hierdoor minder sociale bijdragen.
Voor een werknemer in categorie 2 komt dit ongeveer op 120 euro per maand.
Een werknemer in categorie 5 krijgt op de 13,07% die hij als werknemer betaalt een vermindering van ongeveer 75 euro per maand waardoor het nettoloon stijgt.
Waarom daalt de werkbonus als de toegevoegde waarde stijgt? Is dit "loon naar werk"?
De sociale bonus wordt ook aangevuld met een 'fiscale bonus', die de loonsverhoging door de toepassing van de werkbonus moet neutraliseren. De werknemer betaalt dus niet meer bedrijfsvoorheffing omdat zijn belastbaar loon stijgt als gevolg van de werkbonus.
DOELGROEPVERMINDERING
Moeten we niet meer praten over de doelgroep - verminderingen?
Hiervoor is evenwel een professioneel "vormingsbeleid" nodig. Een beleid met visie.
En daar wringt nu net het schoentje. Er is amper vorming voor diegenen waarvoor de heer VAN ASSCHE nu roept en tiert dat er meer RSZ verminderingen moeten komen.
Wat is de toegevoegde waarde van Vorming Horeca Vlaanderen op het vlak van de doelgroepen? Horeca is nochtans een sector die bol staat van survival employees en DOELGROEPEN. Of is dit enkel de taak van de 'toeleiders' in ons land (VDAB, Werkvormm,...).
Subsidies qua vorming worden evenwel bedisseld in het sociaal overleg (spijtig genoeg) met medeweten van de vakbond.
De vormingsgelden zouden net deze werknemers moeten dienen die de heer VAN ASSCHE aanhaalt in zijn tekst. Een stijging van toegevoegde waarde brengt meer op dan een paar eurocenten structurele lastenvermindering
Verhoog dus de doelgroep - vermindering "progressief en niet degressief" en zet in op duurzame vorming en HR.
RSZ VERMINDERING BIJ INVOERING GEIJKTE KASSA
Momenteel zijn tal van DOELGROEPVERMINDERINGEN niet te cumuleren. Wijzig dit op het vlak van de GKS vermindering.
Iedereen met een GEIJKTE KASSA die ook TIJD registreert zou een RSZ vermindering van 2.500 - 4.000 EUR per kwartaal moeten krijgen.
Deze vermindering moet dus los komen te staan van de doelgroep - vermindering voor eerste aanwervingen of andere doelgroep - verminderingen.
Nog een prettige vakantie!