Aan het geboorteverlof is tijdens de voorbije jaren heel wat gesleuteld. In de eerste plaats de naam. Wellicht kent u deze afwezigheid beter onder de naam “vaderschapsverlof”. Ook de duur van het verlof werd vorig jaar verlengd en zal vanaf 1 januari 2023 nog een tweede keer verlengd worden. Alle spelregels op een rijtje.
Voor wie?
Met de nieuwe, genderneutrale benaming, werd het geboorteverlof verruimd tot alle meeouders die aan één van volgende voorwaarden voldoen:
-
in de geboorteakte vermeld worden;
-
gehuwd zijn of wettelijk samenwonend met de moeder;
-
sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte “op permanente en affectieve wijze” samenwonen met de moeder bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, zonder een bloedverwant in rechte lijn, broer of zus te zijn.
Slechts één werknemer geniet het recht op geboorteverlof. Bovenstaande voorwaarden worden daarbij in de volgorde zoals opgelijst nagegaan. Is er bijvoorbeeld een wettelijke vader, dan heeft die voorrang op de meeouder.
Duur
Het aantal dagen geboorteverlof is sinds vorig jaar verhoogd van 10 naar 15. Vanaf 2023 worden dat er zelfs 20. De werknemer mag deze dagen, hetzij afzonderlijk, hetzij gegroepeerd, opnemen binnen de vier maanden, te tellen vanaf de dag van de geboorte. De opname van de dagen gebeurt steeds in onderling overleg met de werkgever. De werknemer is niet verplicht om het geboorteverlof (helemaal) op te nemen.
Voor deeltijders wordt dit aantal niet geproratiseerd, ook zij hebben dus recht op 15 dagen. Ook in het geval van een meerling blijft het recht beperkt tot 15 dagen.
Stel dat de meeouder het kind adopteert, dan heeft hij of zij recht op adoptieverlof. Dit verlof zal dan wel verminderd worden met
-
één week als de werknemer reeds één tot vijf dagen geboorteverlof opnam;
-
twee weken als de werknemer reeds zes tot tien dagen geboorteverlof opnam;
-
drie weken als de werknemer reeds elf tot vijftien dagen geboorteverlof opnam.
Het loon
Voor de eerste drie dagen geboorteverlof behoudt de werknemer zijn normale loon.
Voor de volgende 12 (en binnenkort 17) dagen ontvangt de werknemer een uitkering van de mutualiteit. De werknemer zal hiervoor een aanvraag moeten indienen bij zijn ziekenfonds. De vraag naar de loongegevens wordt vervolgens rechtstreeks naar de werkgever gestuurd.
Die uitkering wordt op vaste data uitbetaald en bedraagt 82% van het begrensde brutoloon. Hierop wordt 11,11% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Ontslagbescherming
Sinds 2011 genieten werknemers die geboorteverlof opnemen van een ontslagbescherming. Die bescherming loopt vanaf de dag van de schriftelijke kennisgeving tot drie maanden daarna. De rechtspraak hierover is echter niet eenduidig en hanteert vaak een langere termijn. Zoals in de meeste gevallen gaat het om een relatieve bescherming. De werkgever mag de werknemer wel nog steeds ontslaan om redenen die vreemd zijn aan het geboorteverlof, maar zal dit wel (dubbel zo hard) moeten kunnen aantonen. Bij niet-naleving van de ontslagbescherming betaalt de werkgever een vergoeding van drie maanden loon bovenop de eventuele verbrekingsvergoeding.
Zelfstandigen
Ook zelfstandigen die vader of meeouder zijn geworden, hebben recht op geboorteverlof. Ook hier gaat het om vijftien dagen of – anders dan bij werknemers – 30 halve dagen, op te nemen binnen de vier maanden na de geboorte. In dit geval wordt het geboorteverlof volledig uitbetaald door het sociaal verzekeringsfonds.