10 juni '15
Gelegenheidsarbeid, een opfrissing
Beperking aantal dagen gelegenheidsarbeid
Elke horecawerkgever mag sinds oktober 2013 gedurende maximaal 100 kalenderdagen per jaar (van 01/01 t/m 31/12) beroep doen op extra's. Vanaf 1 juli 2015 worden dat er dus 200. Werknemers mogen gedurende maximaal 50 dagen per jaar als extra aan de slag. Studenten kunnen na opname van hun 50 dagen voordelige studentenarbeid, ook nog eens 50 dagen als extra werken.
De telling gebeurt in kalenderdagen, ongeacht het aantal uren die op die dag werden gepresteerd. Werkt een werknemer op dezelfde dag bij twee verschillende werkgevers als extra, dan zal hem toch maar één dag worden aangerekend. Stelt een werkgever op dezelfde dag 2 of 100 extra's tewerk, er zal hem evengoed steeds één dag worden aangerekend.
De controle van de 50 en 100 (200) dagen gebeurt door de RSZ-module horeca@work, die vergelijkbaar is met deze voor studenten. De teller wordt gestuurd door de dimona-aangifte. Dimona geeft ook een melding bij het overschrijden van het contingent.
Een extra mag u in principe enkel inzetten bij buitengewone vermeerdering van werk (bijv. in piekperioden) of ter vervanging van een afwezige werknemer. Al holt de huidige verdubbeling naar 200 dagen deze beperking wel grotendeels uit. Een extra mag nog steeds maximum twee opeenvolgende dagen bij dezelfde werkgever tewerkgesteld worden.
Wijziging dimona-aangifte
Bij de aangifte van uw extra via dimona moet u kiezen tussen ofwel een dimona met uuraangifte, ofwel een dimona met dagaangifte.
Bij het uurforfait moet u het exacte begin- en einduur van de prestatie aangeven. Bij het dagforfait uitsluitend het tijdstip van het begin van de prestaties. Bij de keuze voor het dagforfait zal u wel nog een register voor werktijdregeling moeten bijhouden, een tijdrovende en omslachtige procedure.
U maakt de keuze tussen beide bij elke aangifte van een extra. In principe kan u dezelfde extra de ene dag op uurbasis en de volgende dag op dagbasis aangeven.
Voordelig sociaal regime
Voor de eerste 50 dagen die de werknemer als extra presteert, of de eerste 100 (200) dagen waarop de werkgever extra's tewerkstelt, geldt een voordelig stelsel van RSZ-bijdragen, berekend op een forfaitair loon.
De keuze van dimona zal bepalen op welk forfaitair loon de RSZ-bijdragen worden berekend. Bij een uuraangifte worden de RSZ-bijdragen berekend op een forfait van 7,62 euro per begonnen uur met een maximum van 45,73 euro per dag. Bij een dagaangifte worden de RSZ-bijdragen berekend op een forfait van diezelfde 45,73 euro per dag. We raden dan ook aan uitsluitend met de uuraangifte te werken.
Bij een laattijdige dimona-aangifte worden de voordelige RSZ-tarieven niet toegepast. Bovendien kan een laattijdige dimona-aangifte ook aanleiding geven tot boetes. .
Bevrijdend fiscaal regime
Het inkomen van de extra is vanaf 1 oktober 2013 onderworpen aan een afzonderlijk tarief van 33,31%. Zo weet hij steeds op voorhand hoeveel hij netto zal verdienen. Dit tarief is bevrijdend, zijn inkomen als extra zal dus niet meer bij de rest van zijn inkomen worden geteld.
Wanneer het contingent van 50 (wn) of 100/200 (wg) dagen op is, wordt de RSZ net als voordien berekend op het werkelijke loon i.p.v. op de voordelige forfaits en gelden de normale regels voor BV.