Na de zomer zetten heel wat pas afgestudeerde jongeren hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Vroeger eerder dan later steekt daarbij steevast de vraag naar kinderbijslag de kop op. Onder welke voorwaarden heeft een werkende jongere nog recht op kinderbijslag en wat verandert er wanneer hij afstudeert of zijn studies stopzet?
Onvoorwaardelijk recht tot 18 jaar
En jongere heeft sowieso recht op kinderbijslag tot 31 augustus van het jaar waarin hij 18 jaar wordt. Dit recht is onvoorwaardelijk, ongeacht of de jongere al dan niet werkt, ongeacht het type van arbeidsovereenkomst waarmee hij werkt (student/arbeider/bediende), ongeacht het aantal uren dat hij werkt en het bedrag dat hij verdient.
Voorwaardelijk recht tot 25 jaar
Studeert de jongeren nadien nog verder, dan behouden de ouders recht op kinderbijslag tot hun kind 25 jaar is. Opnieuw maakt het geen verschil met welk type arbeidsovereenkomst de jongere werkt (student/arbeider/bediende). Wel gelden er, voor jongeren tussen 18 en 25 jaar, bepaalde voorwaarden, zowel wat onderwijstype als wat inkomen betreft.
Onderwijsvoorwaarden:
Als algemene voorwaarde geldt dat de student regelmatig de lessen dient bij te wonen. Afhankelijk van het onderwijstype dat hij volgt, gelden volgende voorwaarden:
-
Niet-hoger onderwijs: minimum 17 lesuren per week.
-
Hoger onderwijs: minimaal 27 studiepunten én ingeschreven zijn vóór 1 december. Schrijft de student zich pas na 1 december in voor minstens 27 studiepunten, dan heeft hij recht op kinderbijslag vanaf de maand volgend op de inschrijving.
-
Deeltijds onderwijs: max. 541,09 euro bruto per maand verdienen (bedrag 2017).
-
Studenten die hun eindwerk voorbereiden: tot max. 1 jaar na het einde van de cursus.
Inkomstenvoorwaarden:
De student mag ook niet teveel werken of verdienen. Voor het derde kwartaal gelden daarbij andere voorwaarden dan in de rest van het jaar.
-
Derde kwartaal (juli, augustus, september): geen limiet op gewerkte uren of inkomsten, voor zover de jongere na de vakantie de studies hervat.
-
Voor het eerste, tweede en vierde kwartaal geldt een maximum van 240 werkuren per kwartaal. Overschrijdt de student deze 240 uur, dan vervalt het recht op kindergeld voor het volledige kwartaal.
-
Voor studenten deeltijds onderwijs of alternerende opleiding geldt een loonvoorwaarde: het bruto-inkomen en de eventuele sociale uitkering mogen samen niet meer bedragen dan 541,90 euro per maand, ook tijdens de vakanties.
Pas afgestudeerd, wat nu?
Voor studenten die hun studies na de zomer niet verderzetten, geldt tijdens de maanden juli, augustus en september wél de grens van 240 uur. Heeft de student zich daarentegen al ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB, dan blijft het recht op kinderbijslag ook behouden als hij over die 240 uur gaat. En dit gedurende maximum 360 kalenderdagen of maximaal tot zijn 25ste verjaardag. Een inkomensgrens vervangt in dit geval de urengrens. Voor elke maand waarin de jongere minder verdient dan 541,90 euro bruto per maand, blijft hij kinderbijslaggerechtigd.
Wie enkel zijn middelbaar beëindigt, moet zich sowieso ten laatste in augustus als werkzoekende inschrijven om na augustus zijn recht op kindergeld te behouden.
De student zet zijn studies stop in de loop van het academiejaar
Een student die voortijdig zijn studies officieel afbreekt tijdens de loop van het schooljaar, kan tijdens de resterende duur van het schooljaar en tijdens de vakantieperiode die erop volgt niet meer als jobstudent aan de slag. Hij ontvangt ook geen kinderbijslag meer vanaf de maand die volgt op de maand van de uitschrijving. De jongere die zich, aansluitend op zijn uitschrijving als student, inschrijft als werkzoekende bij de VDAB, ontvangt tijdens zijn beroepsinschakelingstijd kinderbijslag als schoolverlater, gedurende maximum 360 kalenderdagen op voorwaarde dat hij nog geen 25 jaar is.
Wie zich uitschrijft als student en nadien beslist om zich opnieuw in te schrijven, zorgt er best voor dat de nieuwe inschrijving gebeurt uiterlijk de maand volgend op de maand waarin hij zich had uitgeschreven. Anders dreigt hij hierdoor twee of meer maanden kinderbijslag te verliezen.
Het kinderbijslagfonds controleert al deze voorwaarden jaarlijks. De kinderbijslagfondsen zijn op de hoogte van uitschrijvingen als student via de Databank Hoger Onderwijs. De gegevens over werkuren en brutolonen halen ze uit de RSZ-aangiften van de werkgever. Bij het overschrijden van die maxima verliest de jongere zijn kinderbijslag voor het kwartaal waarin hij te veel heeft gewerkt of verdiend.
Beroepsinschakelingstijd
Naast het behouden van de kinderbijslag, is er nog een tweede goede reden waarom studenten die hun studies beëindigden zich best meteen bij de VDAB inschrijven als werkzoekende. Vanaf het moment van de inschrijving begint immers de beroepsinschakelingstijd te lopen. Dit is de wachttijd van 1 jaar waarna de jongere in aanmerking komt voor een inschakelingsuitkering.