De schorsing duurt één week, is aansluitend verlengbaar met nog één week, en moet opgenomen worden tijdens of vlak na de operatie.
Hiermee wordt afgeweken van de bestaande regeling van tijdskrediet in het kader van bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, waarbij de minimumduur één maand bedraagt.
Onder «zware ziekte » wordt verstaan elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer van het kind als dusdanig wordt beschouwd.
Behalve voor de ouder die samenwoont met het zwaar zieke kind, geldt deze mogelijkheid ook voor
-
de werknemer die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is met de dagelijkse opvoeding.
-
de ouder die niet met het zwaar zieke kind samenwoont.
-
of wanneer bovenstaande personen zelf in de onmogelijkheid verkeren om dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de tweede graad.
Als werkgever kan u dit verlof niet uitstellen of weigeren, wat u gezien de ernst van de omstandigheden waarschijnlijk toch niet geneigd zal zijn te doen.
De werknemer ontvangt gedurende de periode van schorsing een uitkering van de RVA.
Meer informatie over tijdskrediet in het kader van medische bijstand vindt u op de website van de
RVA.