U hebt er wellicht nooit bij stilgestaan, maar elke werkgever dient een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) op te richten die minstens bestaat uit een preventieadviseur. Voor zaken met minder dan twintig werknemers kan de werkgever die taak zelf vervullen, bijgestaan door zijn Externe Dienst voor Preventie en Bescherming. Eén van de opdrachten van die IDPBW is het opmaken van een jaarverslag van de activiteiten van het voorbije boekjaar. En dat moet eind deze maand klaar zijn.
Bent u iets groter en hebt u een Comité voor Preventie en Bescherming in huis, dan is het jaarlijkse verslag van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming u ongetwijfeld bekend. In het andere geval zal het u misschien niet veel zeggen. Nochtans is het één van die vele jaarlijkse verplichtingen waar u vóór 1 april mee moet klaar zijn.
Wat staat er in dat jaarverslag? De inhoud is vastgelegd door de wetgever, modellen vindt u op de
website van de FOD WASO. U kan hier ook heel wat voorbeelden en tips vinden voor het invullen. Naast algemene cijfergegevens over o.m. het aantal gepresteerde arbeidsuren, moet u in het verslag ook alle gegevens opnemen over de veiligheid en gezondheid van uw werknemers tijdens het voorbije jaar (2017). Denk daarbij aan uw arbeidsongevallenstatistieken, eventuele preventieve maatregelen die u nam, maar ook informatie over uw Externe Dienst. Uw Externe Dienst kan u trouwens helpen bij het invullen van dit formulier.
Nieuw sinds dit jaar is dat u het niet meer moet opsturen naar de regionale directie van de Dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk, maar dat u het voortaan ter beschikking moet houden voor een eventuele controle. Alle bedrijven moeten dit document invullen, de inspectiediensten zijn doorgaans wel milder voor bedrijven met minder dan tien werknemers.