Deze maand zullen de meeste arbeiders hun vakantiegeld ontvangen. Maar hoe wordt het vakantiegeld voor arbeiders precies berekend?
Vakantiegeld bestaat uit twee delen en dat is zowel voor arbeiders als bedienden zo. Het enkel vakantiegeld is het loon voor de wettelijke vakantiedagen. Het dubbel vakantiegeld is een jaarlijkse bijkomende premie die bovenop het loon wordt uitbetaald, ter waarde van hetzelfde aantal vakantiedagen. Het aantal vakantiedagen wordt bepaald door de werkelijke en gelijkgestelde prestaties in het jaar dat aan de vakantie voorafgaat. Wie een volledig jaar werkte, heeft het volgende jaar recht op vier weken betaalde vakantie. Dat onderscheid is historisch gegroeid. In 1936 werd de eerste week betaald verlof ingevoerd die in de volgende decennia systematisch werd uitgebreid tot de huidige vier weken in 1980. De wet op het dubbel vakantiegeld zorgde vanaf 1948 voor vakantiebudget.
Terwijl voor bedienden het maandloon gewoon wordt doorbetaald tijdens hun vakantie, krijgen arbeiders op die dagen geen loon. Het dubbele vakantiegeld voor bedienden, 92 procent van het normale maandloon, wordt meestal in mei of juni door de werkgever uitgekeerd.
Voor arbeiders gebeuren beide betalingen op een andere manier en via een andere weg. Zij ontvangen enkel en dubbel vakantiegeld in één bedrag van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) tussen 2 mei en 30 juni. De berekening gebeurt niet op basis van het maandloon, maar op basis van het totale bruto jaarloon van het voorbije jaar aan 108%. Het brutovakantiegeld komt overeen met 15,38% van dit bedrag.
Op het dubbel vakantiegeld wordt vervolgens 13,07% RSZ ingehouden, op het totale bedrag nog eens 1% solidariteitsbijdrage. Het bedrag dat hierna overblijft is het belastbaar vakantiegeld. In tegenstelling tot bij gewoon loon, wordt bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing op vakantiegeld geen rekening gehouden met de reële gezinssituatie, maar wordt voor alle arbeiders eenzelfde percentage ingehouden. Voor 2023 werd dat vastgelegd op 17,16% voor belastbare vakantiegelden tot 1.580 euro en 23,22% voor het stuk hierboven. In de personenbelasting wordt geen onderscheid gemaakt tussen gewoon loon en vakantiegeld waardoor in vele gevallen zal blijken dat de werknemer te weinig heeft voorafbetaald en dus nog zal moeten opleggen. Bedrijfsvoorheffing is immers maar een voorschot op de personenbelasting. Een zelfde fenomeen zien we bij de eindejaarspremie in pc 302. Het nettovakantiegeld vertegenwoordigt ongeveer 12% van de basisbezoldigingen.
Als werkgever betaalt u ongeveer 30 % patronale RSZ-bijdragen op het enkel vakantiegeld, niets op het dubbel vakantiegeld.
Wat gebeurt er met de groepsverzekering na een ontslag?