Om te weten op hoeveel dagen vakantie een werknemer recht heeft, moet u steeds gaan kijken naar de prestaties die hij leverde tijdens het voorbije jaar, het “vakantiedienstjaar”. Wie in 2019 het volledige jaar werkte, heeft dit jaar recht op vier weken wettelijke vakantie. Tenminste wanneer die werknemer bijvoorbeeld geen onbetaald verlof heeft gehad of tijdskrediet, niet ongewettigd afwezig was of langdurig ziek…
Voor werknemers die vorig jaar het ganse jaar bij u werkten, kan u de vakantierechten dus makkelijk zelf inschatten. Werknemers die vorig jaar (gedeeltelijk) bij een andere werkgever hebben gewerkt, zullen u hiervan eerst de nodige bewijzen moeten voorleggen.
Voor bedienden is dat het vakantie-attest, dat ze samen met hun C4 en hun laatste loonbrief hebben ontvangen toen ze bij hun vorige werkgever uit dienst gingen. Bij de uitdiensttreding betaalde de vorige werkgever het reeds verworven deel van de vakantie voor dit jaar al meteen uit, samen met het laatste loon. Het bedrag staat eveneens vermeld op het vakantie-attest. Een deel van dit bedrag zal u moeten inhouden in mei (of juni) in ruil voor betaalde vakantiedagen. Een vrij omslachtig systeem waar u helaas niet onderuit kan. Verwittig uw bediende hier dus best nu al van, zodat hij in mei niet voor verrassingen komt te staan. Bedienden die gans 2019 voor een andere werkgever werkten zullen die maand immers nauwelijks loon overhouden.
Voor arbeiders is die ingewikkelde berekening er niet. De Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) beheert voor hen de vakantierechten en betaalt ook het vakantiegeld uit. In april of mei leveren zij een gelijkaardig attest af met daarop de vakantierechten voor dit jaar. Dat is vrij laat en vervelend want uw werknemer wil natuurlijk al vroeger zijn vakantie kunnen plannen. Vanaf einde maart kan u zelf naar de RJV bellen om de beginsaldo’s van uw werknemers op te vragen. (02/627.97.60). U kan ook aan elke nieuwe werknemer de individuele rekening van het voorbije jaar vragen en op basis daarvan kan u het vakantierecht bepalen. Vermeld bij het goedkeuren van vakantie steeds dat het om een goedkeuring gaat onder voorbehoud van een toereikend saldo. Op die manier dekt u zichzelf toch wat in tegen eventueel te enthousiast toegekende vakantiedagen.
Werknemers die al langer bij u in dienst zijn, hebben wellicht recht ook op bijkomende anciënniteitsdagen. In de horeca (pc 302) hangt dat af van de grootte van uw onderneming. Telt die minder dan 50 werknemers, dan hebben uw werknemers recht op één bijkomende dag na tien jaar in de onderneming en vervolgens op nog één bijkomende dag na elke vijfde anciënniteitsverjaardag. Telt uw onderneming méér dan 50 werknemers, dan hebben uw werknemers recht op één extra dag per vijf jaar in de onderneming.
Sinds enkele jaren hebben ook uw oudere werknemers (56+) in de horeca recht op één bijkomende dag betaald extralegaal verlof per jaar die ze moeten opnemen voor 31 december.
Voor werknemers die in 2019 niet of nauwelijks werkten, en dus in principe dit jaar geen of weinig recht hebben op vakantie, bestaan er andere systemen als jeugdvakantie, seniorvakantie of aanvullende Europese vakantie.