Het aantal vakantiedagen waarop een werknemer - arbeider of bediende - recht heeft, wordt bepaald aan de hand van zijn prestaties tijdens het jaar ervoor. U dient vakantie dus steeds over twee jaar te bekijken: het vakantiejaar (x of het jaar waarin de werknemer zijn vakantie opneemt) en het vakantiedienstjaar (x-1 of het jaar waarin de werknemer zijn vakantierechten opbouwt).
Een voltijdse werknemer die ook tijdens het vakantiedienstjaar het ganse jaar voltijds heeft gewerkt, heeft tijdens het vakantiejaar recht op zijn volledige vakantie, zijnde 4 weken of 20 dagen in een vijfdagenstelsel, 24 dagen in een zesdagenstelsel.
Stel, u werft op 1 september een schoolverlater aan. In principe kan die dit jaar geen aanspraak maken op vakantie, ervan uitgaande dat hij tot nu toe alleen studentjobs heeft gedaan. Als jobstudent bouwt een werknemer immers geen vakantierechten op. Als extra daarentegen wel.
Volgend jaar heeft uw nieuwkomer wél recht op betaalde vakantie. Met name 7 dagen (in een vijfdagenweek, 8 dagen in een zesdagenweek), opgebouwd tussen 1 september en 31 december van dit jaar.
De wet heeft er echter voor gezorgd dat pas afgestudeerde jongeren tijdens hun eerste volledige werkjaar toch al van een volledige vakantie kunnen genieten, door de wettelijk opgebouwde vakantie aan te vullen met zogenaamde "jeugdvakantiedagen". Die jeugdvakantie betaalt u als werkgever gelukkig niet zelf (wat tot voor enkele jaren nog wel zo was), maar komt ten laste van de RVA.
De jongere in ons voorbeeld zal volgend jaar naast zijn 7 wettelijke vakantiedagen ook nog 13 jeugdvakantiedagen mogen opnemen.
Hij moet hiervoor wel aan drie voorwaarden voldoen:
-
jonger zijn dan 25 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar
-
tijdens het vakantiedienstjaar de studies beëindigd hebben
-
na het beëindigen van de studies minstens 1 maand gewerkt hebben tijdens het vakantiedienstjaar
Bovendien kan een werknemer maar één keer in zijn loopbaan van het systeem van jeugdvakantie gebruik maken.
Op het eind van elke maand waarin de werknemer jeugdvakantie heeft opgenomen, ontvangt hij van zijn werknemer een formulier 103J waarmee hij bij de RVA zijn uitkering kan aanvragen.
Voor oudere werknemers (50+) bestaat een gelijkaardig systeem en sinds 2012 kunnen werknemers die geen volledig vakantiedienstjaar hebben gewerkt ook gebruik maken van de zogenaamde "Europese vakantie". Over dit vrij omslachtige systeem berichtten we u eerder reeds.
Lees ook:
Europese vakantie
Ziek tijdens de vakantie