Ondernemingen met meer dan 20 werknemers moeten naast een formeel opleidingsplan ook een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers opstellen. In tegenstelling tot de opleidingsplannen bestaat de verplichting van het werkgelegenheidsplan al verschillende jaren, sinds 2013 om precies te zijn. Het werkgelegenheidsplan vermeldt de acties die een onderneming neemt om het aantal werknemers van 45 jaar of ouder te behouden of te verhogen. De deadline is 31 maart.
20 werknemers
Welke ondernemingen een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers moeten opstellen wordt om de vier jaar bepaald op 2 januari. De laatste telling vond plaats op 2 januari 2021. Op 2 januari 2025 is bijgevolg een nieuwe periode van vier jaar begonnen. Telde u op die eerste werkdag van dit jaar 20 of meer voltijds equivalenten (VTE’s), dan valt u gedurende de volgende vier jaar onder deze verplichting. Voor de telling baseert u zich op de dimona-aangiften. Ook extra's, flexi’s, studenten en uitzendkrachten tellen hiervoor mee. Hou er echter wel rekening mee dat indien u meerdere bedrijven bezit die afzonderlijk niet aan het vereiste aantal werknemers komen, het best kan zijn dat men deze toch als een eenheid zal beschouwen, net zoals dat bij de sociale verkiezingen het geval kan zijn.
Daalt uw personeelsbestand tijdens de volgende jaren, dan blijft u toch nog steeds onderworpen aan deze verplichting tot en met 31 december 2028. Omgekeerd zijn ondernemingen met minder dan 20 werknemers op deze datum gedurende de volgende vier jaar vrijgesteld van deze verplichting.
Jaarlijks of meerjarenplan
U kan zelf kiezen of u een meerjaren- dan wel een jaarlijks plan opmaakt. In het tweede geval zal u elk kalenderjaar een nieuw plan moeten opstellen en dit ten laatste drie maanden na het afsluiten van het boekjaar. Volgt uw boekjaar het kalenderjaar, dan is de deadline dus 31 maart. Zelfs al stelt u momenteel geen oudere werknemers tewerk.
Wat staat er in het plan?
In het werkgelegenheidsplan lijst u de maatregelen op die u in uw onderneming genomen heeft of plant te nemen inzake de tewerkstelling van oudere werknemers. Daarmee bedoelt men – hou u vast – 45-plussers. Die maatregelen kunnen betrekking hebben op aanwerving, opleidingen, loonbaanplanning, gezondheid, aanpassing van de arbeidstijden en -omstandigheden, enz… Ook de reeds bestaande maatregelen mag u mee in het plan opnemen.
Enkele voorbeelden van mogelijke werkpunten:
-
Aanwerving van nieuwe werknemers
-
Opleidingen
-
Loopbaanbegeleiding
-
Aanpassing van de jobinhoud of de arbeidstijden
In het plan moet ook steed een evaluatie van het vorige plan worden opgenomen. Op de website van de FOD WASO vindt u
een model dat u hiervoor kan gebruiken.
Communicatie
Ondernemingen met een ondernemingsraad, comité of vakbondsafvaardiging moeten het plan ter advies aan hen voorleggen. In ondernemingen waar deze overlegorganen niet aanwezig zijn – de meeste onder u – moet de werkgever de werknemers informeren over het plan. Overleg is hier echter niet vereist.
De overlegorganen moeten ook jaarlijks geïnformeerd worden over de resultaten van de maatregelen van het afgelopen jaar, ook bij een meerjarenplan.
U bent vervolgens verplicht om het plan gedurende vijf jaar te bewaren en ter beschikking te houden in geval van inspectie. Een werkgever die geen werkgelegenheidsplan opmaakt, riskeert een strafrechtelijke of een administratieve geldboete.
Lees ook:
Tegen 31 maart moet uw nieuwe opleidingsplan klaar zijn.