Volgens de laatste federale enquête over het woonwerkverkeer nam in 2021 14,1% van de (1,6 miljoen) werknemers in België de fiets als hoofdvervoermiddel voor het woon-werkverkeer tegenover 7,8% in 2005 en 11,1% in 2017. Intussen blijft het aantal werknemers dat met de fiets naar het werkt komt alsmaar toenemen. Daarmee rijst ook de vraag naar de verplichtingen voor werkgevers met betrekking tot het fietsgebruik voor het woonwerkverkeer.
De Nationale Arbeidsraad (NAR) publiceerde hierover onlangs
een checklist. De aanbevelingen die u hierin terugvindt zijn zeker niet wereldschokkend, maar niettemin de moeite om even bij stil te staan. Zo wordt er gewezen op het risico op brandgevaar bij het opladen van batterijen van elektrische fietsen, op de sowieso verplichte arbeidsongevallenverzekering en op de aanwezigheid van de elementaire middelen die aanwezig moeten zijn om de eerste hulp te kunnen verstrekken bij een ongeval.
Wanneer de fiets gebruikt wordt voor de uitvoering van het werk, bijvoorbeeld voor leveringen, staat de werkgever uiteraard in voor het goede onderhoud van het materiaal; zal het fietsgebruik ook moeten opgenomen worden in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan. Ook wanneer werknemers hun fiets leasen via het werk, is de werkgever verantwoordelijk voor het onderhoud.
Hoewel het niet de verantwoordelijkheid is van de werkgever, kan u nog enkele stappen verder gaan, bijvoorbeeld door werknemers te sensibiliseren over hun fietsgedrag. Recent onderzoek wees uit dat 80% van de fietsongevallen ongevallen zijn zonder tegenpartij, die vooral te wijten zijn aan het eigen rijgedrag. Of heeft u al eens gedacht aan het ter beschikking stellen van veiligheidsmateriaal zoals een helm, fluohesjes, reflectoren en degelijke lichten? Deze aankopen zijn 120% fiscaal aftrekbaar en maken wel degelijk verschil. Het gebruik van een fietshelm kan het risico op een ernstig hoofdletsel met liefst 60% doen afnemen. Toch draagt maar een 30% van de Belgische fietsers systematisch een helm.