Eén van uw werknemers wordt opgeroepen om op 9 juni als bijzitter te zetelen in het stemkantoor van zijn gemeente. Maar wat als deze werknemer die dag op uw planning stond om te komen werken?
Bij elke verkiezingen duidt de vrederechter bijzitters aan om de verschillende stem- en telbureaus te bemannen. Iedereen kan hiervoor in principe opgeroepen worden. Elk stembureau heeft 4 tot 5 bijzitters nodig, plus evenveel plaatsvervangers; een telbureau moet 2 tot 4 bijzitters hebben. Veel kans dus dat daar ook één van uw werknemers bij is.
Net als voor het stemmen zelf kan u ook deze afwezigheid niet verbieden. Meer nog, voor deze afwezigheid bent u vaak zelfs loon verschuldigd.
Bovendien is wie opgeroepen wordt om te zetelen als bijzitter, secretaris of voorzitter verplicht hierop in te gaan. Met een geldig excuus kan men eventueel wel vrijgesteld worden van deze burgerplicht. Het excuus moet in dat geval binnen de 48 uur na ontvangst van de oproepingsbrief aan de voorzitter van het stembureau gemeld worden. Het telefoonnummer en het adres van de voorzitter staan vermeld op de oproepingsbrief. Aangezien het begrip “geldig excuus” niet in de wet is gedefinieerd, is het aan de voorzitter van het hoofdbureau om te bepalen wat een geldig excuus of een wettige reden van verhindering is. Moeten werken op die dag komt daarvoor zeker in aanmerking. De werknemer zal dit wel moeten kunnen aantonen, bijvoorbeeld met een attest van zijn werkgever dat zijn aanwezigheid op het werk die dag onontbeerlijk is.
Arbeidsrechtelijk is de afwezigheid om te zetelen in een stem- of telbureau geregeld in het kader van het klein verlet. Voor de uitoefening van het ambt van bijzitter voor stemopneming in een hoofd- of enig bureau bij de parlements-, provincieraads-, gemeenteraads- en Europese verkiezingen mag de werknemer afwezig zijn gedurende de nodige tijd met een maximum van - in theorie - maar liefst vijf dagen. Zij ontvangen hiervoor ook hun normale loon. Voorzitters, secretarissen en bijzitters in secundaire stembureaus kunnen geen aanspraak maken op klein verlet. Zij mogen wel van het werk afwezig blijven, maar zonder loonbehoud.
Wie zich zonder aanvaard excuus aan deze wettelijke plicht onttrekt, riskeert een geldboete van 250 tot 1.000 euro. Wie veroordeeld wordt, moet niet alleen een boete betalen. De veroordeling komt ook op het strafblad. In tegenstelling tot het niet naleven van de opkomstplicht (het gaan stemmen), leert de ervaring ons dat het Openbaar Ministerie in deze gevallen wel degelijk tot vervolging overgaat en de redenen die men opgaf om niet te moeten “zitten” effectief controleert, ook nadat de verkiezingen zijn afgelopen.