Deeltijdse werknemers die daar om vragen moeten voorrang krijgen wanneer er een post met meer uren vrij komt. Ontvangen deze deeltijders ook een inkomensgarantie-uitkering, dan zal u een responsabiliseringsbijdrage moeten betalen wanneer u deze verplichting niet nakomt. Tot zover niets nieuws. Wel nieuw is dat de concrete procedure van hoe u dit moet doen onlangs in een KB werd gepubliceerd. Wat meteen ook de weg effent voor het innen van de bijdragen.
Een deeltijdse werknemer krijgt voorrang zodra er een voltijdse job of een deeltijdse job met meer uren vrijkomt wanneer hij of zij hier schriftelijk om verzoekt. Natuurlijk gaat het enkel om jobs waarvoor de werknemer in aanmerking komt of over de juiste kwalificaties beschikt. Die verplichting bestaat al 30 jaar.
Sinds vorig jaar zijn deeltijdse werknemers die een inkomensgarantie-uitkering (IGU) ontvangen zelfs verplicht om die aanvraag in te dienen. Dat is nog wel logisch omdat het hier gaat om onvrijwillig deeltijdse werknemers waarvoor u (of uw sociaal secretariaat) maandelijks een C131-document aflevert waarmee zij van de RVA een werkloosheidsuitkering bovenop hun loon ontvangen.
Gaat u niet in op het verzoek, dan loopt u het risico hiervoor bestraft te worden met een “responsabiliseringsbijdrage”. Deze boete geldt enkel voor IGU-ers, niet voor andere deeltijders. Ook dat was vorig jaar al bepaald, alleen op de concrete procedure was het nog even wachten. Die is inmiddels verschenen en ze bestaat uit zes stappen.
1. De werknemer moet een schriftelijke aanvraag doen bij de werkgever dat hij vragende partij is om bijkomende uren te presteren zodra die vrijkomen. Voor werknemers aangeworven vanaf 1 januari 2018 mag u zonder deze aanvraag niet langer een C131 afleveren.
2. U dient de ontvangst van deze aanvraag schriftelijk te bevestigen.
3. Zodra er binnen uw bedrijf een functie vrijkomt met meer uren, waarvoor de betrokken werknemer in aanmerking komt en dit voor minstens 1 maand of voor onbepaalde duur, dan dient u uw werknemer hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen. Binnen de maand die ingaat op de dag volgend op de dag waarop de functie vacant wordt en dit steeds met ontvangstbewijs. Uw mededeling moet bovendien een aantal verplichte gegevens bevatten zoals een functiebeschrijving, de duur van de overeenkomst, het aantal uren en uurrooster en de termijn waarbinnen de werknemer moet reageren.
4. De werknemer zal op uw aanbod moeten reageren binnen een termijn die u zelf bepaalt, maar die niet korter mag zijn dan 1 week en niet langer dan 1 maand.
5. Gaat de werknemer op uw aanbod in, dan zal u hem of haar de job ook daadwerkelijk moeten aanbieden. Gaat de werknemer er niet op in, dan zal u dit moeten melden bij de RVA.
6. Alle bewijzen (de aanvraag van de werknemer, uw ontvangstbevestiging, uw aanbieding van een vacature en een eventuele weigering van de werknemer) moet u gedurende liefst 7 jaar bijhouden.
Werkgevers die zich niet aan deze procedure houden zullen beboet worden met een responsabiliseringsbijdrage van 25 euro per deeltijdse werknemer die een IGU ontvangt voor elke maand waarin deze verplichting niet werd nageleefd. Voor het innen van de responsabiliseringsbijdragen zullen RVA en RSZ in de toekomst nauwer gaan samenwerken. Wanneer in de RSZ-aangiften wordt vastgesteld dat het arbeidsvolume in het lopende kwartaal is toegenomen ten opzichte van het gemiddelde arbeidsvolume van de vier voorgaande kwartelen, terwijl de gemiddelde arbeidsduur van werknemers met een IGU niet is gestegen, zal de werkgever hiervoor om een verantwoording worden gevraagd. Wie geen afdoende uitleg kan geven, mag zich aan een bezoek van de inspectie verwachten. Het innen van de bijdrage zal pas plaatsvinden vanaf het tweede kwartaal van 2020, maar er zal wel al vanaf 1 april 2019 worden nagegaan of werkgevers aan hun verplichtingen voldoen.
Kilometervergoeding stijgt opnieuw licht vanaf 1 juli