De laatste tijd is 'toegevoegde waarde' in de horeca het gespreksonderwerp bij uitstek. Steeds gecombineerd met de gevolgen voor de 'loonkost'.
Volgens Marx is meerwaarde , de toegevoegde waarde die door loonarbeid wordt gegeven aan een product boven de loonsom.
De arbeidsdag kan daarbij in twee stukken worden verdeeld waarbij de loonarbeider gedurende de noodzakelijke arbeid zijn eigen loonkosten terugverdient en tijdens de meerarbeid daarna de meerwaarde voor de ondernemer verdient
Volgens de arbeidswaardeleer van Marx is er zelfs sprake van uitbuiting omdat de meerwaarde die wordt verkregen uit arbeid niet meer toekomt aan hen die de arbeid verrichten, maar aan slechts enkele vermogende kapitalisten.
Welke meerwaarde bedoelde hij juist? Die boven de 10.500 EUR per maand om 1 persoon tewerk te stellen?
Nu, de uitdaging ligt wel degelijk in het feit dat we eventuele meerwaardecreatie beter en vooral fiscaal en parafiscaal geoptimaliseerd moeten belonen.
Hoe meer kunde, expertise, motivatie en vorming, des te sneller zal de werknemer zijn eigen loonkost terugverdienen en aanspraak kunnen maken op loon voor meerwaarde onder een gunstig regime.
We kunnen in mijn ogen dan ook reeds een onderscheid maken in loon voor noodzakelijke arbeid (38u) en loon voor de meerwaardecreatie (alles boven de 38u met een maximum van 50u om de balans welvaart/werlzijn niet uit het oog te verliezen).
Vanaf het 39ste uur zou dan een forfaitair% van de bedrijfsvoorheffing van toepassing zijn (+/- 33%) en zou er enkel een solidariteitsbijdrage zijn voor de werkgever van 33% (geen RSZ werknemer).
Deze inkomsten dienen op een specifieke rubriek te komen op de Fiche 281.10 zodat er geen cumul meer mogelijk is in de personenbelasting (cfr de regeling van de extra's aan het verlaagd forfait)
Het zou een eerste stap zijn in de goede richting om de loonlasten op een aanvaardbaar niveau te houden voor de vakbond en een aanvaardbaar niveau te krijgen voor de werkgevers, flexibeler om te springen met de arbeidsduur en de koopkracht te garanderen.
Nu, als je bovenstaand scenario invoert en je verlaagt surplus het all - in kostend uurloon met +/- 25% naar 20 EUR voor een categorie 8 (momenteel 26,5 EUR inclusief eindejaarspremie en vakantiegeld) of 15 EUR voor een categorie 5 (momenteel +/- 20 EUR inclusief VG/EP), krijg je een win - win.
Waarom 25%? De extra 12u bovenop de 38u als 'meerwaardeloon' is ongeveer een verwit surplus van 25%.
Voor alle duidelijkheid, ik schaf in bovenstaand scenario ook onmiddellijk de Rijksdienst voor Jaarlijkse vakantie (RJV) af alsook het Waarborgfonds Horeca (Eindejaarspremie)
Deze beide staan vanaf nu onmiddellijk mee op de loonstrook en worden door de werkgever maandelijks uitbetaald, samen met het loon.
Beide tussenstations zijn een kost voor de overheid, zorgen voor een nutteloze administratieve last en zijn met het oog op het eenheidsstatuut volledig overbodig geworden.
Resultaat (50u per week) :
- nettomaandloon : 2.500 EUR (inclusief VG/EP)
- overheidskost (BV, RSZ, patronale) : 2.000 EUR
- totale loonkost : 4.500 EUR en 100% fiscaal aftrekbaar (20 EUR all in kostend uurloon)
Momenteel : 38u met bijpassing tot 50u
- nettomaandloon : 1.850 EUR (inclusief VG/EP)
- Overheidskost (BV, RSZ, patronale) : 2.000 EUR
- bijpassing zwart naar 3.000 EUR : 1.150 EUR
- totale loonkost : 5.650 EUR (26 EUR all in kostend uurloon)
Verschil : 1.150 EUR /maand ondanks de waarborg van de overheidsinkomsten en een aanvaardbaar nettoloon van de werknemer voor maximum 50u per week.