Naast de mondmaskerplicht en het Covid Safe ticket (CST) voor klanten, is er nog een derde belangrijke verplichting waar u als horeca-uitbater rekening mee moet houden in de strijd tegen de corona-herfstgolf. De verplichting om voldoende te verluchten en te ventileren wordt afgemeten aan het CO2-gehalte van de lucht in een ruimte. Er wordt op gecontroleerd!
We weten het intussen allemaal: het coronavirus wordt verspreid door aërosolen, microdruppels die worden uitgestoten bij praten, niezen, enz… Aërosolen kunnen urenlang in de lucht blijven zweven. Hoe groter de concentratie aan aërosolen, hoe groter de kans op besmetting.
De kans op besmetting kan worden verminderd door het dragen van een mondmasker, afstand te houden, zo groot mogelijke ruimtes te gebruiken en de bezettingsgraad daarin beperkt te houden.
Die laatste dingen zijn in een horecazaak niet altijd mogelijk. Bovendien zitten mensen er samen zonder mondmasker die door praten, roepen, zingen, eten, drinken en toiletgebruik zulke aërosolen kunnen achterlaten. Om het risico op besmetting te beperken, is het daarom van het grootste belang om voldoende te verluchten en te ventileren. Door de binnenlucht van lokalen regelmatig te vernieuwen, vermindert men de aanwezigheid van aërosolen, die mogelijk besmet zijn met COVID, in de ruimte.
Onder verluchten verstaan we het regelmatig openzetten van ramen en deuren om buitenlucht binnen te laten. Ventileren is de continue verversing van de lucht op een mechanische (bijv. d.m.v. een ventilator) of natuurlijke manier (bijv. d.m.v. een open raam). Door het voortdurende karakter is ventileren effectiever dan verluchten.
Of er voldoende werd geventileerd kan men meten aan de CO2-concentratie in de lucht. Die moet zo laag mogelijk zijn. Bij voorkeur onder de 900 ppm (parts per million) en in geen geval hoger dan 1200 ppm. Hoeveel er moet geventileerd worden om die waarden te bereiken hangt af van de grootte van de ruimte, het aantal aanwezige personen en de activiteit in de ruimte.
Concreet moet de mechanische ventilatie zo hoog mogelijk worden ingesteld. Verluchten moet zo frequent mogelijk gebeuren, minstens vijf minuten elk uur, maar bij voorkeur vaker.
Verluchten en ventileren moeten steeds worden toegepast samen met de andere maatregelen. Een verplichting tot dragen van mondmaskers en het vragen van het CST aan klanten verandert ook niets aan deze wettelijke grenswaarden.