Het eerste loonbriefje van 2023 zal voor de meeste van uw werknemers flink hoger liggen dan vorig jaar. Dat heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats natuurlijk de ongeziene indexatie van de brutolonen van 11%, maar ook de jaarlijkse aanpassing van de belastingschalen en een nieuwe berekeningswijze van de bedrijfsvoorheffing.
Het loon van een kelner in categorie V die aan beginbarema wordt betaald, steeg in januari met maar liefst 254,91 euro. Voor een kok in categorie VIII is dat 320,51 euro. Bruto wel te verstaan. Maar met respectievelijk 177 euro en 207 euro blijft er ook netto uitzonderlijk veel over. Dat komt omdat ook aan de berekening van de belastingen werd gesleuteld.
Ook de belastingschalen werden immers geïndexeerd. Zonder deze aanpassing zouden werknemers een groot deel van de indexatie aan de staatskas moeten afgeven. Die aanpassing gebeurt elk jaar, maar was door de hoge inflatie dit jaar veel groter dan in andere jaren. De belastingschalen of -schijven zijn progressief, d.w.z. met een steeds hoger belastingtarief, respectievelijk 25, 40, 45 en 50%. De grensbedragen voor elke schaal werden in januari met 9,6% opgetrokken. Ook de belastingvrije som, het deel waarop u geen belastingen betaalt, steeg. Een groter deel van het loon zal dus in een lagere belastingschaal terecht komen.
Daarnaast werd er ook aan de bedrijfsvoorheffing gesleuteld. Tot voor kort wijzigde de berekening van de BV per schijf van 15 euro. In de nieuwe berekening wordt het werkelijk ontvangen belastbare bedrag als basis gebruikt. De reden voor deze aanpassing is het gekende fenomeen dat een loonopslag in sommige gevallen kon leiden tot een lager nettoloon. Dat kan nu niet meer gebeuren.
Is uw arbeidsreglement al aangepast aan de nieuwe wetgevingen?