De nieuwe horecamaatregelen laten langer op zich wachten dan oorspronkelijk vooropgesteld. Geheel onverwacht is dit niet. De nieuw deadline is januari 2016. Wij zetten alvast op een rijtje wat op dit moment geweten is, te beginnen met de flexijobs.
De flexijob is een nieuw statuut dat uitsluitend kan gebruikt worden in de horeca (pc 302) en voor uitzendkrachten die in de horeca actief zijn. Het gebruik van flexijobs is niet gekoppeld aan het gebruik van een GKS.
De flexijob is uitsluitend bedoeld voor de bijverdieners. De werkloosheid zal men er dus niet mee oplossen. Komen in aanmerking voor het statuut van flexijob alle werknemers die al minstens een 4/5 job hebben bij een andere werkgever. Hiervoor baseert men zich op de situatie van 3 kwartalen eerder. Elk kwartaal zal deze voorwaarde opnieuw geëvalueerd worden.
Het loon voor een flexijob wordt niet langer bepaald door barema’s of functie. Voor een flexijob geldt een minimum uurloon van 9,5 euro. De werknemer betaalt hierop noch RSZ, noch BV. De werkgever betaalt op dit nettoloon 25% patronale kosten.
Aan de flexijob zullen wel een aantal administratieve verplichtingen verbonden zijn. Zo moet elke flexijob in een kaderovereenkomst worden vastgelegd. In deze kaderovereenkomst bepaalt u het loon en komt u overeen dat u gedurende een bepaalde of onbepaalde duur op de werknemer beroep zal doen in het kader van de wetgeving op de flexijobs. Meer niet.
Verdere details kan u vastleggen in een echte arbeidsovereenkomst, maar dat is niet verplicht. Of u al dan niet zulk een bijkomende schriftelijke arbeidsovereenkomst maakt, bepaalt wel het type dimona-aangifte. Dat kan een dag- of een uurdimona zijn. Verdere details hierover zullen in de komende maanden duidelijk worden.
Tot slot is er nog een verplichte tijdsregistratie in de kassa of via het alternatief van de RSZ.
Komt u één van deze verplichtingen niet na, dan zal de patronale kost op uw flexijobber berekend worden als ware hij een volledig kwartaal voltijds, plus bijkomende boete.