Stel, uw werknemer wil een auto kopen en komt bij u aankloppen voor een lening. U wil hem dit plezier wel gunnen en leent hem 5.000 euro. Aan een erg lage intrestvoet of zelfs zonder intrest. U komt overeen om het bedrag in maandelijkse schijven op zijn loon in te houden. Waarop moet u hierbij letten?
Voordeel van alle aard
Wanneer u een bedrag leent zonder daarop intresten aan te rekenen, of aan een intrestvoet die onder de gangbare intresten ligt die banken aanrekenen, dan beschouwen zowel fiscus als RSZ dat als een vorm van loon.
Het belastbaar voordeel dat hieruit voortvloeit, is gelijk aan het verschil tussen de effectieve rente die door de werkgever wordt aangerekend en de jaarlijkse referentierentevoet.
De referentierentevoeten voor leningen toegekend vanaf 1 januari 2012 verschenen onlangs in het Staatsblad van 7 maart 2013 en verschillen naargelang het type lening. Deze percentages blijven van toepassing gedurende de volledige termijn van de aflossing. Bij elke aflossing wordt de werknemer verondersteld een voordeel te hebben ontvangen en zal u als werkgever bijgevolg bedrijfsvoorheffing moeten inhouden. U mag deze percentages voorlopig ook toepassen op leningen toegekend in 2013, totdat de correcte percentages voor 2013 volgend jaar worden bekendgemaakt.
-
Voor hypothecaire leningen bedraagt de referentierentevoet 4,63%, wanneer de lening gewaarborgd wordt door een gemengde levensverzekering; 3,32% wanneer dit niet het geval is.
-
Voor niet-hypothecaire leningen met een vaste looptijd bedraagt de referentierentevoet 0,14% voor de aankoop van een wagen, 0,17% voor andere leningen.
-
Voor niet-hypothecaire leningen zonder welbepaalde looptijd bedraagt de referentierentevoet 9,5%.
Het voordeel van alle aard dat voortvloeit uit een lening vermeldt u op de fiche 281.10.
Ook de RSZ beschouwt een goedkope lening als een voordeel waarop bijdragen moeten betaald worden en hanteert gemakkelijkheidshalve doorgaans dezelfde waarderingswijze.
Inhoudingen
Hoe recupereert u nu de geleende som van uw werknemer? Een maandelijkse inhouding op het loon lijkt de eenvoudigste oplossing. Maar mag dit ook? De wet is zeer strikt als het op inhoudingen op het nettoloon aankomt. Voor aflossingen van een lening staat de rechtspraak echter een uitzondering toe. Als enige beperking geldt dat u nooit méér dan 1/5 van het nettomaandloon mag inhouden.
Zorg er ook voor dat u een duidelijke overeenkomst opmaakt waarin u naast het bedrag, de intrestvoet en de terugbetalingsmodaliteiten ook afspreekt dat bij een eventuele uitdiensttreding het nog niet afgeloste bedrag vervroegd dient te worden terugbetaald.
Zaakvoerder
En wat nu als u als zaakvoerder renteloos geld leent bij uw vennootschap? In de praktijk vertaalt zich dat meestal als geldopname van de rekening-courant. Zolang het debet op deze rekening kleiner blijft dan het credit is er in principe niet echt een probleem. U heeft immers nog steeds een tegoed op de vennootschap. Maar zodra er een schuld (debetsaldo op de lopende rekening) ontstaat van de bedrijfsleider ten opzichte van de vennootschap, gelden dezelfde regels als voor een werknemer.
Tip: geen lening maar voorschot
Wanneer het om kleine bedragen gaat, kan u de lening best als een "voorschot" kwalificeren. U spreekt dan bijvoorbeeld af dat het bedrag op de eindejaarspremie, het vakantiegeld of het loon van een bepaalde maand zal worden ingehouden. What's in a name… Maar hiermee vermijdt u wel dat het "voorgeschoten" bedrag aan RSZ en belastingen onderhevig is.