Guidea, het kenniscentrum voor toerisme en horeca, publiceerde in mei enkele interessante rapporten. In het eerste rapport brengt Guidea de evolutie van de arbeidsmarkt in de horeca in 2018 in kaart. In het kwartaaloverzicht krijgt u ook een overzicht van omzet, prijsevolutie en de toe- en afname van het aantal ondernemingen in de Vlaamse horeca.
Goed nieuws is alvast dat de horeca weinig negatieve gevolgen lijkt te ondervinden van wat Guidea een “sombere consument” noemt. De Vlaamse horeca sluit 2018 af met een omzetgroei van 6%, de hoogste in anderhalf jaar tijd. Dit ondanks het feit dat de prijzen in de horeca voor het eerst sinds 2012 voor tweede kwartaal op rij minder snel (+1,7%) stijgen dan gemiddeld.
In het laatste kwartaal van 2018 waren er ruim 900 horecaondernemingen meer dan een jaar eerder. Ondanks het grote aantal stopzettingen, is er nog steeds een groter aantal nieuw opgerichte ondernemingen. Meer dan de helft van alle horecaondernemingen zijn eetgelegenheden. Hun aantal blijft ook stijgen. Het aantal drinkgelegenheden daarentegen neemt gevoelig af en blijkt het meest gevoelig voor faillissementen. Het overlevingspercentage binnen de sector blijft wel één van de laagste. In 2018 was 21% van de faillissementen in Vlaanderen een horecaonderneming. 89% van de Vlaamse horecazaken is na een jaar nog steeds actief. Na vijf jaar daalt dat percentage naar 57%, wat onder het algemeen gemiddelde van 66% ligt.
In 2018 telde Vlaanderen meer dan 15.000 werkgevers in pc 302, 2% meer dan in 2017. 66% daarvan stelde minder dan 5 werknemers tewerk, 86% minder dan 10. 20.000 horecaondernemingen werkt zonder personeel.
In 2018 telde België ruim 135.000 arbeidsplaatsen in de horeca, jobstudenten niet meegeteld. Tussen 2014 en 2018 werden er in Vlaanderen alleen in de horeca 10.000 bijkomende arbeidsplaatsen ingevuld. Sinds de invoering van de kassa is het aantal deeltijdse arbeidsplaatsen gedaald, het aantal voltijders en flexi-jobs is gestegen. Sinds 2017 is er in de horeca voor het eerst meer voltijdse dan deeltijdse tewerkstelling.
Ook op het vlak van tewerkstelling vertegenwoordigen de eetgelegenheden het grootste deel van de koek. Sinds de invoering van de geregistreerde kassa steeg het aantal werknemers in restaurants opmerkelijk. Vorig jaar stelden zij in Vlaanderen 47.957 mensen tewerk, of twee derden van alle horecawerknemers. 45% van alle arbeidsplaatsen in de horeca zit bij restaurants, 18% bij de fastservice. Bij drinkgelegenheden stellen we dan weer een daling in de tewerkstelling vast. De groei van de werkgelegenheid vertraagt weliswaar, maar blijft hoger dan gemiddeld (+2%).
17% van alle werknemers in de horeca is jonger dan 25 jaar. Daarmee blijft de horeca de sector met het hoogste aandeel jongeren. Over alle sectoren heen is slechts 7% van de werknemers jonger dan 25. 50-plussers zijn in de sector dan weer minder vertegenwoordigd dan elders. Het aandeel 60-plussers daarentegen ligt verrassend hoger dan gemiddeld. Daar speelt ongetwijfeld het effect van de uitbreiding van de flexi-jobs vorig jaar. Het aantal flexi-jobbers boven de 65 verdubbelde in 2018.
Wat evenmin zal verbazen is dat werknemers in de horecasector vaker van buitenlandse herkomst zijn (41% t.o.v. een gemiddelde van 17%). Vooral in hotels (50%) en in eetgelegenheden (45%) werken veel mensen met een buitenlandse herkomst. Ook het aandeel laaggeschoolde horecawerknemers ligt een stuk hoger dan gemiddeld: 30% t.o.v. 16%. Het aantal jobstudenten in de horeca steeg tussen 2012 en 2017 spectaculair met liefst 85% Hier speelt ongetwijfeld ook het effect van de geregistreerde kassa.
Er wordt ook heel wat gejobhopt binnen de horeca. 62% van de horecawerknemers bleef tussen 30 juni 2016 en 30 juni 2017 bij dezelfde werkgever. Dit percentage ligt ruim onder het gemiddelde van 83%. De gemiddelde anciënniteit bij dezelfde werkgever ligt in de horeca dan ook een pak lager dan het algemeen gemiddelde (5,6 jaar t.o.v. 11 jaar). 61% van de horecawerknemers werkt minder dan 5 jaar bij dezelfde werkgever, slechts 6% meer dan 20 jaar, terwijl het algemeen landelijk gemiddelde hier op 20% ligt.
Voor het eerst daalde ook de arbeidskost per uur, zij het zeer licht (-0,4%), terwijl de gemiddelde loonkost in de private sector net stijgt (+1,8%).
Lees het volledige verslag arbeidsmarkt
Lees het volledige kwartaalverslag