3 mei '23
Het vakantiegeld voor bedienden
in Juridisch Karl Böhrer
|
De zomer nadert met rasse schreden en dat betekent zonnebrillen, ijsjes, shorts en korte rokjes. Maar ook ... vakantiegeld, om al dat moois te kunnen betalen. Terwijl het vakantiegeld voor uw arbeiders door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) wordt uitbetaald, staat u zelf in voor de betaling van het dubbel en aanvullend vakantiegeld van uw bedienden.
Arbeiders
Uw arbeiders zullen rond deze tijd hun vakantiegeld “vakantiecheque” ontvangen van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV). Het brutobedrag van hun vakantiegeld is gelijk aan 15,38% van het verhoogd brutoloon van het voorbije jaar, het zg. "vakantiedienstjaar". Deze basis wordt eventueel nog vermeerderd met een fictief loon voor de gelijkgestelde afwezigheidsdagen. Voor arbeiders is dit bedrag niet enkel de vakantiepremie, het zogenaamde “dubbel vakantiegeld”, maar ook het loon voor de vakantiedagen waarop zij geen loon ontvangen, het “enkel vakantiegeld”. De RJV is in dit verhaal slechts een tussenpersoon want natuurlijk financiert u als werkgever dit vakantiegeld via uw sociale zekerheidsbijdragen.
Bedienden
Voor bedienden is die tussenkomst van de RJV er niet. In hun geval staat u zelf in voor de uitbetaling van het vakantiegeld. De wet schrijft voor dat het dubbel vakantiegeld uitbetaald wordt “samen met de opname van de hoofdvakantie”. Wanneer we dit letterlijk zouden nemen, bent u in het slechtste geval bijna het ganse jaar door vakantiegeld aan het uitbetalen. De ene neemt zijn vakantie immers al in januari op, een andere in de zomer, een derde is eerder een herfstig type… In de praktijk gebeurt dit doorgaans met de lonen van mei of juni. Dat hangt af van de afspraken die hierover in uw zaak bestaan. Spreek dit duidelijk af met uw sociaal bureau.
Het dubbel vakantiegeld voor bedienden bedraagt 92% van zijn op dat moment geldende maandloon, om historische redenen opgesplitst in 85% dubbel en 7% aanvullend vakantiegeld. Het enkel vakantiegeld krijgen bedienden, in tegenstelling tot arbeiders, gewoon doorbetaald op hun vakantiedagen. Het eindresultaat komt nagenoeg gelijk uit en ook het basisprincipe is hetzelfde: wie vorig jaar een volledig jaar heeft gewerkt (met inbegrip van gelijkgestelde afwezigheden), heeft dit jaar recht op volledige vakantie (4 weken) en vakantiegeld.
De meeste extralegale voordelen, zoals bedrijfswagen, forfaitaire onkostenvergoedingen, maaltijd- en ecocheques, hospitalisatieverzekeringen en pensioenplannen, de cao90-bonus, tellen niet mee voor de berekening van het vakantiegeld. Netto overuren zijn eveneens uitgesloten. Andere premies, bonussen en variabel loon, maar ook het kleine voordeel in natura van een telefoon, moet u in principe wel mee opnemen in de berekeningsbasis.
Op het enkel vakantiegeld zijn de normale RSZ-bijdragen verschuldigd zowel door werkgever als werknemer en betaalt de werknemer ook de gewone bedrijfsvoorheffing. Op het dubbel vakantiegeld betaalt de werknemer een bijzondere bijdrage van 13,07%, op het aanvullend vakantiegeld zijn geen RSZ-bijdragenverschuldigd. Op beide betaalt de werknemer exceptionele bedrijfsvoorheffing. De werkgever betaalt noch op het dubbel, noch op het aanvullend vakantiegeld werkgeversbijdragen.
Pas in dienst
Voor bedienden die dit jaar of in de loop van vorig jaar bij u in dienst kwamen, gaat de uitbetaling van het vakantiegeld gepaard met een ingewikkelde verrekening. Een bediende die van werkgever verandert krijgt namelijk al zijn opgebouwde (en nog niet uitbetaalde of opgenomen) vakantiegeld van het lopende en voor het volgende jaar in één keer uitbetaald. De volgende werkgever zal dit reeds uitbetaalde vertrekvakantiegeld op zijn beurt in mindering brengen. Het is immers de werkgever van het vakantiedienstjaar (2022) die de vakantie van het vakantiejaar (2023) betaalt. Deze verrekening gebeurt op basis van het vakantie-attest dat de vorige werkgever(s) aan de werknemer meegaf bij uitdiensttreding. Voor bedienden die in 2022 bij een andere werkgever hebben gewerkt, zal u dus zo snel mogelijk het vakantie-attest aan uw sociaal bureau moeten bezorgen.
Bedrijfsleiders en bestuurders
Enkel werknemers kunnen aanspraak maken op vakantiegeld. Zaakvoerders en bestuurders hebben er bijgevolg geen recht op. Natuurlijk staat het u vrij om u of uw vennoot extra loon uit te betalen bij wijze van vakantiegeld, maar wellicht bent u in dat geval beter af met een dividend.